Hoe de stedelijke dichtheid op te voeren

Gehoord op 9 juni 2011 in Felix Meritis te Amsterdam:

Paul Cheshire, hoogleraar economische geografie aan de London School of Economics, sprak afgelopen week in Amsterdam tijdens de kennisdag ruimtelijke sector van de gemeente. Kern van zijn boeiende betoog: de agglomeratievoordelen van grote steden zijn evident groot, maar worden systematisch geringschat door beleidsmakers. Veel beleid is namelijk juist gericht op beheersing van de stedelijke groei, niet op bevordering ervan. Planners hebben een belangrijke rol in de samenleving te spelen. Echter, ze moeten door hun interventies de zekerheid van succes helpen vergroten, niet verkleinen. In dat opzicht was de Nederlandse planning tot nu toe wel beter dan de Britse, aldus Cheshire, die stelde dat Britse planners vaak iets proberen te bewerkstelligen dat met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal mislukken. Als voorbeeld noemde hij de Olympische Spelen in Londen. Daar wordt door de overheid voor miljarden ponden in Oost-Londen geïnvesteerd, terwijl iedereen weet dat Oost-Londen al sinds mensenheugenis de arme kant is van de stad. Zo is er 260 miljoen pond geïnvesteerd in het treinstation Stratford International, maar tot op heden is daar nog geen trein gestopt. Niemand wil er in- of uitstappen. Ook in het maken van gemengde wijken gelooft Cheshire niet. Onderzoek wijst uit dat mensen liever niet in gemengde wijken willen wonen. Bovendien helpt het niet in de bestrijding van de armoede. Arme mensen moet je eerder helpen met onderwijs. Polycentriciteit ten slotte vond hij geen zinnig planologisch streven. Sommige steden worden groot, andere willen niet groeien. Stop met het eerlijk verdelen onder het mom van evenwichtige groei.

Opvallend scherp was Cheshire’s analyse als het gaat om plannersdromen rond het opvoeren van de stedelijke dichtheid. Daartoe vergeleek hij Londen met Parijs. Beide steden zijn vergelijkbaar qua grootte. Londen worstelt echter al zestig jaar met een ‘Green Belt’’, terwijl Parijs gewoon aan de randen kan blijven groeien. Ogenschijnlijk bevordert de Green Belt de dichtheid door vergroting van de stedelijke druk. Echter, wat blijkt? Parijs groeit gestaag en blijft compact, terwijl Londen over de Green Belt heenspringt en een monsterachtige omvang ontwikkelt. Steden als Oxford en Cambrigde, op een afstand van zeker tachtig kilometer, ontpoppen zich nu als  luxueuze buitenwijken van de Britse hoofdstad. De huizenprijzen in Londen zijn ondertussen skyhigh. Als het moet stemmen mensen kennelijk met hun voeten. Zeker, verhoging van de stedelijke dichtheid is goed. Maar probeer deze niet door middel van kunstmatige schaarste af te dwingen. Profiteer, aldus Cheshire, liever van de agglomeratievoordelen. Laat succesvolle steden groeien en hinder ze niet.


Posted

in

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *