Ironische stad

Gelezen in NRC Handelsblad van 26 maart 2006:

Tegengekomen bij het opruimen van oude kranten. Een artikel in de wetenschapsbijlage van NRC Handelsblad van 26 maart 2006 over het werk van de voedingshoogleraar Martijn Katan, verbonden aan de Universiteit Wageningen en de Vrije Universiteit van Amsterdam. Tegenwoordig doet hij onderzoek naar vetzucht, maar al dertig jaar beweegt hij zich op het terrein van de relatie tussen voeding en gezondheid. Logisch, dat doe je vanuit Wageningen. Maar inmiddels vindt Katan "het mooi geweest" in Wageningen. Hij keert terug naar Amsterdam, waar hij ooit studeerde en promoveerde. Dat had zeker te maken met een ‘mooi’ aanbod van de VU, maar de reden voor de overstap gaat verder: hij voelt zich verbonden met Amsterdam. "Het grootstedelijke van die stad, de snelheid, de speelsheid en de ironie, het trekt me. (…) Toen ik in Wageningen solliciteerde dacht ik: het went wel. Nee dus."

Dat van dat grootstedelijke en die snelheid, dat wisten we wel. Maar de speelsheid en de ironie, dat zijn mooie kwalificaties van een stad als Amsterdam die ertoe doen. Wetenschap vraagt om een homo ludens, en ironie is een eigenschap van wetenschappers – en kennelijk dus ook van steden – die nodig is om ruimte te laten voor twijfel. Katan geeft een mooi voorbeeld. Zo was er ooit het dogma van de heilzame werking van vetarm eten. Vetarm blijkt echter niet te werken. Het nieuwe dogma is: eet meer fruit en groente. Ook daar kan Katan alleen maar in ironische termen over spreken.

Amsterdam als voedingsbodem voor ironie. Mooi.


Posted

in

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *