Commoning zonder woningmarkt

Gehoord in het Universiteitstheater te Amsterdam op 16 januari 2020:

Afbeeldingsresultaat voor mara ferreri newcastle

Bron: Mara Ferreri (Twitter)

Mara Ferreri, van huis uit Italiaanse, is geograaf en wetenschappelijk medewerker verbonden aan Northumbria University, Newcastle in Engeland. Ze doet onderzoek naar ongelijkheid en naar ‘housing commons’ in zowel Londen als Barcelona. Over dat laatste sprak ze op de vierde dag van de Masterstudio ‘The Common City’ op de Universiteit van Amsterdam. Haar gehoor: veertig masterstudenten Urban Planning evenals ambtenaren en professionals op het terrein van commoning in Amsterdam. Voor Ferreri zijn de commons geen goed, maar een proces. Commoning betreft een proces van collectieve zelforganisatie waarbij ruimtes – in dit geval woningen – door burgers worden geclaimd. Commoning is in haar ogen een radicale politiek die in steden telkens wordt heruitgevonden. Wonen noemde ze in navolging van Turner (1972) een werkwoord want woningen zijn veel meer dan een consumptiegoed. Mensen leven in en met hun woningen, die ze voortdurend aanpassen aan hun wisselende bestaan. In haar lezing sprak ze van een geografie van commoning en behandelde ze zowel Londen in de jaren ‘70 als Barcelona na de recente financiële crisis.

In het verarmde Londen rond 1975 leefden zeker 25.000 krakers. Onder hen waren eind jaren ‘70 circa 15.000 gebruikers van coöperatieve eenheden. Ze bezetten meest lege woningen die wachtten op sloop. Ferreri toonde kaarten van de Britse hoofdstad waarop bezette coöperatieve eenheden waren aangegeven. Een piek bereikte de beweging tussen 1976 en 1988, vier jaar na de opkomst van de kraakbeweging. Met een wet uit 1974 maakte de Britse overheid deze spontane wijze van wonen (short life licencing) mogelijk. Maar in 1988 kwam er een nieuwe woningwet die coöperatieve vormen van tijdelijk wonen onmogelijk maakte. Midden jaren ‘90 waren de meeste alweer opgeheven. De nieuwe wet reageerde op snel stijgende grondprijzen; privatisering greep om zich heen. In 2018 zijn er nog maar vier wooncoöperaties over.  Ferreri trok drie conclusies: 1. commoning ontwikkelt zich van onderop, 2. commoning reageert op leegstand, 3. commoning wordt mogelijk gemaakt door lagere overheden die zelfbestuur door burgers erkennen. Daarna volgde het voorbeeld van Barcelona na de financiële crisis. Daar is commoning geïnspireerd op Uruguay, waar krachtige burgerbewegingen het wonen bepalen. Institutionele steun blijkt ook daar cruciaal. Vaak echter is de overheid bang dat ze bepaalde groepen bevoordeelt. Terwijl commoning zich voltrekt buiten de markt om. Anders was ze wel een privaat initiatief van een groep ordinaire kopers. Maar dat is een ernstige vergissing.


Posted

in

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *