In Gorredijk aangekomen, loop ik het kruis: de hele Hoofdstraat door, daarna haaks daarop langs de Nije Feart in beide richtingen. Vooral de turfvaart dwars door het Friese dorp bewonder ik. Die is in 2017 door gemeente en provincie in ere hersteld. Van de schans met gracht uit 1672 is echter weinig meer over. Gorredijk twijfelt tussen dorp en stad; gezien alle nieuwbouw en sloop zou men hier zo te zien wel richting stad willen doorgroeien. De vijf eeuwen oude turfgeschiedenis van Zuidoost-Fryslan met zijn drukke vrachtvaart komt niettemin weer tot leven, overigens nu hoofdzakelijk ten dienste van de pleziervaart. Maar voor spelevaren is dit niet het goede seizoen. Er is bovendien veel te doen over het stopzetten van de subsidie door de provincie. Net als de andere dorpen langs de oude turfvaarten zijn vrijwilligers in de dorpen afhankelijk van de provinciale marketinggelden die de toeristen van de Friese meren naar Heerenveen en verder moeten lokken. In 2019 passeerden 232 boten de bruggen van Gorredijk; tot de brug in het centrum kwamen er nog slechts 35. Daar kan geen middenstand van leven.
Wat die middenstand betreft heeft Gorredijk overigens niet te klagen. Zo dicht bij Drachten en Heerenveen tel ik tenminste drie enorme supermarkten. Een gaat er zelfs flinke nieuwbouw plegen en sloopt daarvoor een deel van de Hoofdstraat. Ik lees over recente burgerprotesten die de supermarktketen ertoe heeft gebracht zijn drastische plan enigszins aan te passen. Een moderne kledingzaak vervult zelfs een bovenregionale functie. Hij ligt aan een groot, nieuw parkeerterrein in een van de oksels van het assenkruis. ‘s Avonds licht het twee verdiepingen tellende winkelpand op als een stralend glaspaleis. Inderdaad, iedereen komt hier met de auto. Opvallend hard rijdt men dwars door het dorp naar het parkeerterrein om de kledingzaak te bezoeken. Ik lees over klagende middenstanders in de historische straten die de klanten node missen. Ze komen niet verder dan die ene zaak, om vervolgens Gorredijk weer met de auto in hoge versnelling te verlaten. ‘s Avonds vraag ik de aanwezigen in De Skans hoeveel meter een Nederlander dagelijks gemiddeld wandelt. Ze willen mijn antwoord niet geloven.
Geef een reactie