Jarenlang was ik voorzitter van de academische werkplaats Schone Stad. Met een tiental wetenschappers bestudeerden we het afvalprobleem van Amsterdam. Dat bleek buitengewoon complex en hardnekkig. Wie een maand lang door Japan heeft gereisd, weet echter beter. Een maand lang heb ik géén snipper zwerfafval gezien, wèl overal mensen die bezig waren karton in kleine bundels te binden, plastic in bollen te vatten, netten over het gebundelde afval te gooien, flesdoppen te verzamelen, elke dag wordt er een andere categorie afval door kleine vrachtauto’s opgehaald. De straten zijn dan ook smetteloos schoon. Datzelfde geldt voor de mensen. Wie in Japan in bad gaat, wast zich eerst grondig schoon. Wie stapt nou in een bad terwijl hij of zij nog vies is? In bad gaan doet ook iedereen. Nog zoiets: er wordt niet gegeten op straat. Dat is gewoon niet hygiënisch en ook niet smakelijk voor anderen om te zien. Prullenbakken zijn dan ook nergens te vinden. Afval neem je mee naar huis. En thuis eet je met stokjes, dus met aandacht voor elk korreltje rijst. De reinheid van de Japanner is spreekwoordelijk. Overdreven proper? Helemaal niet.
Het allermooiste vond ik het systeem van openbare wc’s. In elke buurt in elke stad en dorp staan openbare toiletgebouwen met een afdeling voor zowel mannen als vrouwen. Meestal staan ze naast een politiepost, want elk buurtje heeft zo’n gebouwtje – meestal op een druk verkeersknooppunt – waar een wijkagent bereid is alle vragen van voorbijgangers te beantwoorden. Je kunt er ook naar de wc. En alle openbare wc’s zijn brandschoon, stinken niet, worden netjes gereinigd. Vandalisme en bezoedeling is de Japanner vreemd. Vandaar ook dat mondkapjes dragen in Japan geen probleem is. Dus toen ik weer op Schiphol landde, was dit het eerste dat me opviel: mannen die in de openbare ruimte urineren, overal rommel en viezigheid op straat, niemand draagt nog mondkapjes, ik zag een nonchalance en onverschilligheid jegens de ander in de openbare ruimte die ik in Japan niet tegenkwam. Afval staat dus niet op zichzelf. Als ik wethouder was, zou ik beginnen met een netwerk van brandschone openbare toiletten voor zowel mannen als vrouwen. En elk gebouwtje onder toezicht plaatsen van een wijkagent. Reinheid begint dáár. Ook onze omgang met afval (en met elkaar) zal veranderen. Ooit.
Geef een reactie