Sinds 7 mei lopen ruim duizend bomen door de binnenstad van Leeuwarden. Elke week worden ze door tientallen vrijwilligers met steekkarretjes verplaatst. Landschapskunstenaar Bruno Doedens bedacht ‘Bosk’ en organiseerde het evenement in het kader van Arcadia, het driejaarlijkse culturele festival dat de Friese hoofdstad heeft overgehouden aan Culturele Hoofdstad 2018. In NRC Handelsblad verbond journaliste Roelie Fopma Bosk met bomen en groen in de openbare ruimte, niet met kunst. En dat nog wel in het Cultureel Supplement. Doedens zal er blij mee zijn geweest. Maar zijn ‘evenement’ strekt verder. Na het lezen van veertig boeken over klimaatverandering, verlies van biodiversiteit, opwarming van de aarde, uitputting van de bodem en de belabberde staat van de natuur begreep de landschapsarchitect tijdens zijn sabbatical dat het vijf voor twaalf was. Hij moest iets doen: niet het zoveelste leuke project, maar iets dat de mensen wakker schudt, echt laat nadenken, in beweging zet, duurzaamheid doet nastreven, de aarde redden. Doedens werd activist. Bosk is zijn eerste project-nieuwe-stijl. Werkt het?
Afgelopen week vergaderde de gemeenteraad van Leeuwarden in zijn wandelende bos. Het politieke gesprek ging over wat de gemeente wil nalaten aan volgende generaties. Langetermijndenken stond centraal. Het toegestroomde publiek luisterde tussen de bomen. Dat is na bijna twee maanden het voorlopige hoogtepunt van de 100 dagen Bosk. Doedens verwijst regelmatig naar de oprichter van The School of Life, Roman Krznaric. In ‘De goede voorouder’ (2020) vraagt deze filosoof aandacht voor langetermijndenken in een hijgerige wereld die alleen denkt aan de korte termijn. Zelf schreef Doedens, toen hij vorig jaar artist in residence was op de Amsterdamse Academie voor Bouwkunst, een manifest, getiteld ‘Planet Paradise’. Dat gaat over handelen met impact, over nadenken bij alles wat we doen: is het wel schoon? Laat het sporen na? Doen we de juiste dingen voor komende generaties? Wie als bestuurder, ambtenaar, ondernemer of burger werkelijk duurzaamheid nastreeft, zou Bosk nauwlettend moeten bestuderen. Ook de boeren die de bomen van Bosk gebruikten om het Friese provinciehuis te barricaderen, zouden op een rustig moment, ergens tussen de bomen die ze in hun woede met hun trekkers ruw hebben verplaatst, ‘Planet Paradise’ moeten lezen. En ten slotte zou Amsterdam met de werkwijze van Bosk zijn voordeel kunnen doen in zijn moeizame aanpak van de binnenstad. Laten we met z’n allen gaan tuinieren!
Geef een reactie