Hij stuurde het artikel na afloop van onze ontmoeting naar me op. In ‘Zuiderzeeblues’ (2001) beschrijft Theunis Piersma zijn ontmoeting met Pieter Mulder in het bejaardentehuis van Koudum, kort voor diens dood. Pieter leed aan een ‘ecologisch trauma’, hij was de afsluiting en gedeeltelijke droogmaking van de Zuiderzee in 1932 nooit meer te boven gekomen: van de ene dag op de andere veranderde de binnenzee voor de Friese kust in een dode bak zoet water. “Pieter herinnert zich een boeiende en rijke wereld waar in 1932 voorgoed de klad in komt.” Als ecoloog herkent Piersma dat gevoel, maar zijn maatstaf is toch zijn eigen jeugd, en toen was er al een IJsselmeer, een groot voedselrijk bekken waar talrijke watervogels overwinteren. “Ik weet iets van de dynamiek van de voedselvoorraden en de manier waarop al die vogels en de mensen ermee omgaan.” Maar vervolgens vraagt hij zich af waarom niet meer mensen rouwen om het verlies van de Zuiderzee. Waarom alleen die oude Mulder? “Dat de ecologische ontwrichtingen van de laatste eeuw slechts weinigen echt lijken te hebben geraakt, heeft vast te maken met de grote economische vooruitgang in deze jaren.” Mensen kregen het beter, ze konden ineens veel spullen kopen. Nu die economische klim wel zo’n beetje voorbij is, zullen mensen verdere achteruitgang niet langer accepteren, denkt Piersma. Hoopt Piersma.
De rest van het artikel, afgedrukt in de bundel Alles wordt anders. De transformatie van Nederlands Noorden, beschrijft de immense rijkdom van het voormalige Zuiderzeegebied, zowel ecologisch als cultureel, destijds nog een getijdengebied met zeehonden, dolfijnen, ansjovis en haring. De lyrische tekening van Piersma gaat je door merg en been. Ze deed me denken aan Natuuramnesie (2022) van Marc Argeloo. Dat boek gaat over hoe wij vergeten hoe de natuur er vroeger uitzag. Ons beeld van de natuur is zeer beperkt, want het reikt niet verder dan tot onze eigen jeugd. Zo verlegt elke generatie weer haar grenzen en gaat het natuurverlies onverminderd door. Dit fenomeen – shifting baseline syndrome – beschrijft hoe kennis van de rijkdom van de natuur uit ons collectieve geheugen verdwijnt. Op mijn wandelingen begonnen verscheidene mensen erover. Allen vertelden dat het hen zorgen baarde. Verontrustend is het zeker. Zo eindigt ook Piersma zijn artikel, over hoe de mechanische schelpdiervisserij kort voor schrijven nog binnen twee winterseizoenen alle mosselbanken van de Waddenzee wegruimde. Na de zeegrasvelden en de oesterbanken gingen eind jaren negentig ook de mosselbanken verloren. Piersma wijt het aan gebrek aan kennis en grote passiviteit van de kant van de natuurbescherming. De natuurerosie gaat geleidelijker, schrijft hij, maar ze is niet weg. Je moet alleen beter opletten. Hij kent een schilder die de ecologische achteruitgang van de Waddenzee, ook al verliep die geleidelijk, niet langer kon aanzien en naar het buitenland wegvluchtte. Ook hij mat dit af aan zijn eigen jeugd.
Geef een reactie