Als alles er al is

In Rotterdam manoeuvreerden we tussen een onttakelde parkeergarage (‘blunderput’) en een al jaren gesloten museum (Boymans van Beuningen) door; metalen pijpen waren aan de museummuren geschroefd, want zo wordt daar de asbest verwijderd. In de museumtuin waren alle kunstwerken afgedekt. Rechts van ons bleek vorige week nog te zijn geschoten (Erasmus MC). Gelukkig, daar was de Kunsthal. We waren gereed voor Ai Wei Wei. Een overzicht van het omvattende werk van deze Chinese kunstenaar-activist, onder de titel ‘In Search of Humanity’, strekte zich uit over bijna het hele gebouw van Koolhaas en het moet gezegd, hier voegde de kunstenaar zich naar de architect. De heldere tentoonstelling begint met foto’s van de ontruiming van Tompkins Square in New York; projectontwikkelaars en vastgoedeigenaren maken zich met geweld meester van dit deel van Manhattan in 1988, juist op het moment dat de jonge Ai Wei Wei daar in de buurt is met zijn fotocamera. Hij is nog onbevangen, raakt in de ban van Marcel Duchamp en zal diens revolutionaire gedachtegoed nooit meer loslaten: ready made‘s worden ook zijn handelsmerk. Geef alledaagse voorwerpen een nieuwe betekenis, maak ze tot kunst, exposeer ze en confronteer daarmee het publiek. Alles wat je vindt kan als kunst worden gebruikt. Het deed me denken aan Jean Tingely’s Dylaby-tentoonstelling (1962) in het Amsterdamse Stedelijk Museum. Die hele expositie was door de kunstenaar gewoon gevonden op het Waterlooplein. Met dezelfde blik wandel ik op dit moment ook door Noord-Nederland.

Treffend vond ik hoe de hele tentoonstelling bestaat uit simpel gevonden materiaal: verwrongen staal van de goedkope basisscholen uit het Chinese aardbevingsgebied op de museumvloer uitgespreid, de achtergelaten schooltassen van de bij de beving omgekomen kinderen aan elkaar genaaid aan het kunsthalplafond, de voetjes van de gebroken Boeddhabeelden keurig gerangschikt in de vitrine, zonnebloempitten (in China een krachtig symbool) op de museumvloer, de oude schop bekleed met bont in de hoek, twee aan elkaar genaaide schoenen onder een glasplaat, stukken boomstam op elkaar gestapeld als hart van de fontein, kogelgaten in een garagedeur, zwemvesten van verdronken vluchtelingen opgetast rond een glazen bol. Zijn eigen gevangenschap in 2011 had hij simpel nagebouwd. Speelgoed pandabeertjes had hij opengesneden, het plastic schuim verwijderd, vervolgens volgepropt met geheime documenten uit de shredder plus enkele microfiches. Het enige wat de kunstenaar telkens had gedaan was voorwerpen vinden en verzamelen, rangschikken, tentoonstellen en van betekenis voorzien. Wat me het meeste trof was de hardloopband van Wikileaks-oprichter Julian Assange. Het apparaat had hij van de activist in 2016 gekregen, was er op gaan lopen tijdens het proces, had daar een video van gemaakt en had die video op Instagram gezet met een geluidsband die geweerschoten liet horen. Daar stond ie. Je kon het apparaat aanraken. Assange zit nog vast. Als alles er al is, is het een kunst het te vinden. Heb zelden zo’n aangrijpende tentoonstelling gezien.


Posted

in

, ,

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *