Van het stationnetje van Stedum liep ik naar Westeremden, een afstand van amper drie kilometer. Zonder autoverkeer dat de geldende snelheidslimiet van 60 kilometer massaal overtrad, was de route beslist niet eng geweest. Nu moest ik om de haverklap in de smalle berm springen. Een winterzon scheen fel en laag over de besneeuwde akkers waar een wandelpad ontbrak. Aan mijn linkerhand lag een enorm boerenbedrijf als op een strakgetrokken laken. Bijna ongemerkt passeerde ik de Fivel. Het veenstroompje lag bescheiden in het winterse landschap te glinsteren, ergens aan de voet van de witte wierde. Een uur later vertelde Lieke Jildou de Jong in het dorpshuis van Westeremden het boeiende verhaal van de bijna verdwenen rivier die ooit in de Waddenzee uitmondde. Staande voor een schildersezel waarop een tekening stond die het stroomdal weergaf, verhaalde ze hoe de ooit geweldige en machtige rivier door getijdewerking was dichtgeslibd, door mensenhanden later afgedamd, tenslotte roerloos geworden. Jildou de Jong is landschapsarchitect. Voor het College van Rijksadviseurs en de gemeente Eemsdelta had ze de Fivel met potloodstrepen opnieuw tot leven gewekt, het water had ze in goudverf over de kaart laten slingeren. In de zaal zaten ambtenaren van de gemeente. Allen kregen van haar een kleine gevouwen versie van haar Fivelboezem. Ze werden uitgenodigd hun eigen kennis van het stroomdal toe te voegen.
Wat is dat toch met die Fivel? Ook Ben Westerink, las ik in Wierdenlandschap (2022), fietste enkele zomers terug als een ontdekkingsreiziger langs het vergeten veenstroompje, op zoek naar de oorsprong ergens in het gebied tussen Kolham en Froombosch, net boven Slochteren, waar nu ‘t Roegwold zich bevindt. Dat veenpakket, schrijft hij, klonk in of werd door veenderijen te gelde gemaakt. Door inversie veranderde de dichtgeslibde bedding in een kleiruggetje; het maakte dat de Fivel zich steeds verder boven het veen verhief. Tegenwoordig ligt er een fietspad over het ruggetje. Westerink: “We kunnen over de Fivel fietsen!” Maar even verderop doorsnijdt het Eemskanaal het tracé van de rivier en houdt het fietspad alweer op. “Even voorbij Luddeweer slaat bij een driesprong het Fivelruggetje pardoes rechtsaf en verdwijnt in het akkerland. Deze afslag werd de Fivelbedding noodlottig. Het dempen van sloten heeft hier de oude loop volledig uitgewist.” Ik moest denken aan hoe Jildou de Jong ons die middag een prachtige hoogtekaart toonde waarop te zien was hoe door de schaalvergroting van de landbouw alle historische reliëf was uitgewist. Als op een röntgenfoto zagen we alle gedempte sloten in zachtblauw door de rechtgetrokken en sterk vergrote akkers heen schemeren. Van de hele Fivelboezem, begreep ik toen, is weinig meer over. Volgens Westerink is de rivier zelf helemaal verdwenen. Wat rest is goudverf en wat potloodstrepen.
Geef een reactie