Twee dagen liep ik langs de Linde, in het Stellingwerfs Lende geheten. Het mooie riviertje ontspringt ergens bij Tronde in Ooststellingwerf en stroomt dan in zuidwestelijke richting. Bij Kuinre waterde ze ooit op de Zuiderzee. Maar ja, toen kwam de Noordoostpolder. Een randmeer vond men destijds niet nodig. Tegenwoordig loopt ze daar ergens dood. Even onder Nijeberkoop stuitte ik op het smalle water. Het omringende land kleurde oranje door de glyfosaat. Daarna volgde ik haar tot aan Oldemarkt toe, ten westen van Steenwijk. Alleen bij Noordwolde verkoos ik de oude Jokweg, ooit een zandweg tussen Drenthe en Gaasterland, nu met klinkers bestraat maar in 1940 met zomereiken beplant. Ik wilde terug want ik was op de Linde verliefd geraakt. Ik koos echter de verkeerde richting en liep Oldeholtpade in. Pas voorbij Wolvega vond ik haar weer. Eerst moest ik nog onder de snelweg (rijksweg 32) door, daarna volgde de hindernis van het spoor. Het oorverdovende verkeerslawaai hield aan want het pad boog zich om een grote zandwinplas die voor de aanleg van de snelweg was gegraven. Ineens lag daar de Lindevallei. Ooit werd hier turf gestoken. Zo heel lang geleden is dat overigens niet. Nog in de jaren dertig van de vorige eeuw kanaliseerde men het riviertje en werd in werkverschaffing het omringende land ontgonnen. Ternauwernood wisten liefhebbers een aantal trilvenen te redden. Vanaf 1938 worden hier natuurterreinen aangekocht. Inmiddels tellen die op tot 800 hectare. Vanuit de trein kun je het slagveld zien. Ik liep over het dijkje. Rechts geredde natuur en water, links op de natuur veroverd grasland, raaigras zonder vogels.
Men zegt dat hier, rechts, de zeer zeldzame weerschijnvlinder wordt aangetroffen. Daarvoor was ik echter nog te vroeg. Pas vanaf begin juni toont hij zich, tot begin augustus. Bedreigd wordt hij overigens niet. Toch stelde mijn wandelgenoot van de eerste dag dat het slecht gaat met de vlinders in dit land. Is dat zo? Ik zocht het op. In 2023 werd de laatste vlindertelling gehouden. Vijftien procent minder vlinders ten opzichte van een jaar eerder. Is dat veel? Nee, maar het weer was afgelopen zomer voor vlinders erg gunstig. Over een langere termijn gemeten gaat de vlinderstand juist dramatisch achteruit. Een halvering in dertig jaar! Precies daarover kwam ik met mijn andere wandelgast op de tweede dag te spreken: natuuramnesie, oftewel hoe kennis over de rijke natuur uit ons collectieve geheugen verdwijnt. Maar ook: de termijnen waarover wij besluiten nemen en plannen maken worden steeds korter. Onze planhorizon is zelfs ultrakort. Alles, klaagde mijn wandelgenoot, moet nu razendsnel gebeuren, liefst in korte klappen. En als het morgen niet gebeurt, zijn we het de dag erna alweer vergeten. Er is geen geheugen meer. Ruimte en tijd zijn uitgewist want ach, we hebben zo’n haast. Het gevolg is dat rapporten over elkaar heen buitelen. Ja hij deed er zelf ook aan mee. In de verte ronkte een dragline. Die was bezig bochten in de gekanaliseerde Linde terug te graven. Een vorige generatie had die vol bagger gestort.
Geef een reactie