Het pontje over het Reiderdiep is stuk; we moeten dus omlopen via Het Wold, een van de nieuwe kernen van Blauwestad, Groningen. Daar, aan het eind van de woonwijk in wording, betreden we Reiderwolde, een nieuw natuurgebied van 200 hectare. Het terrein sluit aan op natuurgebied De Tjamme, dat is even groot. Beide behoren tot de Groningse stuwwallen die in de omgeving van Winschoten als eilandjes hun koppen boven de vette zeeklei uitsteken. Stuwwallen als erfenis uit de laatste IJstijd, bestaande uit potklei in lagen dat moeilijk water doorlaat. Rondom de keileem vormde zich een veenmoeras, maar dat is later afgegraven. Het veroorzaakte de inbraak van de Dollard, die in de eeuwen erna weer moest worden getemd. Ook het dorp Reiderwolde werd verzwolgen. Op de gewonnen zeeklei was het goed boeren, maar op de stuwwallen niet. Boeren noemen het apengrond. Vandaar dat de laatste uit productie gingen toen de Ecologische Hoofdstructuur werd aangelegd – dat begon midden jaren ’90. Die rond de Tjamme is de oudste, die grond werd in 1983 aangekocht. Sindsdien wordt het natuurgebied beheerd door Staatsbosbeheer. Maar bij Reiderwolde, twintig jonger, ging het anders. Drie boeren uit de omgeving wierpen zich op als natuurbeschermer. We lopen over hun land.
In 2006 kochten de drie de grond van de overheid nadat Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) de oorspronkelijke boeren eerst had uitgekocht. Henk Bleker (CDA) was toen gedeputeerde. Staatsbosbeheer had zijn plannen al gereed, maar werd door Bleker gepasseerd. Boeren werden natuurondernemer. Het is het eerste natuurgebied van deze omvang dat is verworven en ingericht door particulieren. Bleker zou ermee pronken, maar gesjoemel met de grondprijs werd hem later nagedragen. Overigens was particulier natuurbeheer een trend, die vanaf 2005 wordt ingezet op rijksniveau. Jaren later, in 2014, zal de aanleg van de EHS de verantwoordelijkheid van provincies worden. Het rijk is dan definitief op afstand gezet. Voor grasland kregen de boeren 350 euro per hectare, maar dat vonden ze te weinig. Uit EU-fondsen haalden ze nog eens 3,9 miljoen euro. Verder is natuurbeleving hun verdienmodel; een natuurbegraafplaats levert daarnaast middelen op. Nagenoeg alle sloten werden gedempt, er werd een slenk over de gehele lengte van het terrein gegraven, bos werd aangeplant, er verschenen duizenden knotwilgen. Uiteindelijk kostte de inrichting 3,3 miljoen euro. Terwijl we er wandelen begint het ineens fel te regenen. Binnen de kortste keren wordt de bodem kletsnat. Apengrond.
Geef een reactie