Ik wandel in de Eemshaven. Thuis lees ik het rapport van het Noorse Equinor over H2M. Het werd in februari 2023 vrijgegeven, als start van de procedure om vergunningen voor de bouw van een waterstoffabriek te krijgen. Het is gericht aan de provincie Groningen als bevoegd gezag en schetst de weg naar de productie van koolstofarme waterstof in de Eemshaven. Dat we in Nederland een groot probleem hebben wordt bij het zien van de grafiek op bladzijde 11 wel duidelijk: na 2014 loopt het aanbod van Gronings aardgas sterk terug, terwijl de vraag nauwelijks afvlakt. Vanaf dat moment moet ons land, dat zestig jaar lang exporteur is geweest, ineens energie importeren. Tien jaar later is het aanbod nog geen 1000 PJ. Dat betekent dat we anno 2024 circa 2000 PJ uit het buitenland betrekken. De regering streeft ernaar in 2050 tenminste zelfvoorzienend te zijn. Dat stelt de vraag hoe we de enorme leegte die het Groningengas achterlaat in amper dertig jaar weer vullen. O ja, klimaatneutraal, ook dat nog. Windmolens op de Noordzee dus. En biomassa, zon en aardwarmte. Voor industrie en transport komt er waterstof. Dat moet. En snel.
Waterstof wordt gemaakt in electrolyzers met behulp van elektriciteit. In het geval van H2M zal die worden opgewekt met aardgas. Daar komt echter veel CO2 bij vrij. ‘Koolstofarm’ betekent dat deze wordt opgevangen en ergens veilig opgeslagen. Dat maakt haar vele malen duurder dan ‘grijze waterstof’. In het voorstel gaat het om de productie van 1 GW waterstof met opslagfaciliteiten voor vloeibare CO2 die vervolgens per schip wordt afgevoerd voor ondergrondse opslag voor de Noorse kust in voormalige olievelden (sic!). Men noemt de fabriek een ‘wegbereider’. En: “Met het initiatief draagt Equinor ook bij aan de ontwikkeling van een lokale economie.” Noord-Nederland, dat zich opwerpt als toekomstige waterstofregio, zal er blij mee zijn. In 2030 wil de regio dat hier 100 PJ waterstof wordt geproduceerd (1 PJ = 1000000 GW), waarvan driekwart groen moet zijn. In een zoutcaverne bij Zuidwending, Groningen, zal de waterstof worden opgeslagen tot er vraag naar is. Tussen haven en opslag graaft Gasunie een pijpleiding. Het ruimtebeslag van de fabriek met installaties blijkt aanzienlijk. Ook is diep vaarwater vereist. Alleen de Westlob acht men geschikt, maar deze grenst wel aan de Waddenzee, een Natura 2000-gebied. Even los van die natuur, heeft iemand wel eens berekend hoeveel ruimte nodig zal zijn voor de productie van 100 PJ groene waterstof in Noord-Nederland? En hoeveel water? Een hint: een waterstoffabriek van 1 GW meet 10 hectare. En voor 1 kilo waterstof heb je 15 liter kraanwater nodig.
Geef een reactie