Dat van die predatoren die het gemunt zouden hebben op weidevogels zit me dwars. Want hoe zit dat nou? Ik ga te rade bij de werkgroep Predatie van de Friese vogelwachten. Die stelt dat de afgelopen decennia in Friesland een leefomgeving is gecreëerd die erg geschikt is voor roofdieren. Daarmee bedoelt ze dat een groot deel van de provincie inmiddels een laag waterpeil heeft en een open ruimte die doorbroken wordt door ruilverkavelingsbosjes en bosschages. Alles ten behoeve van een intensieve landbouw. Vos en steenmarter, kraai en buizerd varen er kennelijk wel bij. Hun aantal groeit sterk. Terwijl de populatie roofdieren groeit, neemt de vogelstand mede vanwege diezelfde omstandigheden juist af. Mede, omdat die afname ook veroorzaakt wordt door vroegtijdig maaien van het grasland door de boeren. Ook de provincie concludeert: de ecosystemen zijn niet in evenwicht. Het zal echter nog jaren duren voordat de biotopen zijn hersteld. Daarom is predatie- of faunabeheer noodzakelijk. Maar die ligt bij de rechter onder vuur.
Van een muskusrattenjager hoorde ik dat natuurgebieden steeds meer als snackbar voor roofdieren fungeren. En van een medewerker van Staatsbosbeheer begreep ik dat in diezelfde natuurgebieden roofdieren moeten worden gevangen of afgeschoten, wat wel vreemd is. Dus duik ik in het Faunabeheerplan van de provincie. Vijftig procent van de wulpenlegsels ging door predatie verloren, bij de overige soorten is dit dertig. Ik zag een predatiekaart van Nederland en ik las predatiebeheerplannen. Men spreekt van ‘een waaier aan soorten predatoren die incidenteel nesten predeerden’, maar ook van ‘muizendichtheid’ die een flink effect op de overlevingskansen van jonge vogels zou hebben. Alles wordt driftig gezenderd, gemonitord en geëvalueerd. Uiteindelijk gaat het om het Bruto Territoriaal Succes (BTS), het percentage van de broedparen dat vlieg vlugge jongen voortbrengt. Maatregelen variëren van wegvangen en verplaatsen tot riet maaien, onderwaterdammen aanbrengen en doden. SOVON vogelonderzoek liet de provincie al in 2010 weten dat ingrijpen in de aanwezigheid van predatoren niet genoeg is. Ook extensiever beheer zal niet voldoende zijn. “De veiligste optie om de reproductie te verbeteren lijkt het werken aan de kenmerken van een gebied zoals het creëren van openheid, verhogen van het waterpeil en aanpassen van het agrarisch landgebruik.” Terug naar vroeger dus.
Geef een reactie