Het Dwingelderveld te voet doorsteken is een gewaagde onderneming. Vandaag doen we het. We wandelen van Beilen naar Ruinen, een afstand van achttien kilometer, het pad is onderdeel van het vijftigjarige Drenthepad. Onderweg zien we alleen maar natuur. Nu ja, ook een paar grafheuvels, een verlaten radiotelescoop en een kudde schapen. De paden zijn doorweekt, alles is kletsnat. Er zit keileem in de grond. Dat hier al jaren te diep ontwaterd wordt klinkt ons vreemd in de oren. Toch is verdroging een van de grote problemen waar dit 37 km2 grote natuurgebied mee worstelt. Dat zit zo. Vroeger stroomde het water van twee beekdalen naar dit natuurgebied op de grens van Drents Plateau en Friese laagveengebieden. Maar voor de landbouw is daar een einde aan gemaakt. En dan is er stikstof. Aan de oostkant doorsnijdt de A28 het natuurgebied, begeleidt deze over de volle lengte, dus stikstof van het voortrazende wegverkeer slaat neer op de heidevelden. Ook de boeren in de wijde omgeving produceren veel stikstof, goed voor meer dan de helft van de totale depositie. Bestrijdingsmiddelen maken het af. Bij elkaar een dodelijke cocktail van verdroging, verzuring en vermesting. Geen wonder dat de natuur hier snel verslechtert. Zoals de voor bodemprocessen gevoelige loopkevers: liepen er in 1994 nog 94 soorten in het gebied rond, in 2008 waren er slechts 79 over; in aantallen 45.000 tegenover 15.000 tien jaar later.
Ik lees de Natuurdoelanalyse (NDA) van de provincie voor het Dwingelderveld en ook het recente advies daarop van de Ecologische Autoriteit (oktober 2024). Al die stukken werden gemaakt voor het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) dat in de laatste kabinetsformatie in de prullenbak verdween. Want het Dwingelderveld is een Natura 2000-gebied en in 2008 kwam er een Inrichtingsplan voor het gebied dat tal van verbeteringsmaatregelen voorstelde. In niet mis te verstane bewoording laat de autoriteit de provincie nu weten dat alle genomen maatregelen om de voortgaande verslechtering te keren nog altijd onvoldoende zijn. Bron- en systeemmaatregelen zijn noodzakelijk. Dat houdt in dat nu ook ontwikkelingen in de omgeving moeten worden aangepakt. Lees: een einde aan grondwaterberegening en peilaanpassingen in het omringende landbouwgebied, iets doen aan de gekanaliseerde Beilerstroom die veel te snel water afvoert. Maar ook de lelie- en aardappelteelt aanpakken. Tijdens onze wandeling willen we zo graag geloven dat hier in Drenthe de tijd heeft stilgestaan en dat we nog door de ogen van Van Gogh naar het Drentse landschap kunnen kijken. Maar dat is onmogelijk. Nu ja, heel eventjes ter hoogte van de Benderse Berg zien we het; het winterse licht werkt daar mee. Maar voor de aardbeivlinder is dit niet het goede seizoen. Nee, alles verslechtert razendsnel, ook hier.
Geef een reactie