Tweehonderd jaar geleden ging het mis. Een zuiderstorm die naar het noordwesten draaide, ging op 3 februari 1825 gepaard met springtij. In de nacht van 3 op 4 februari verhevigde de storm, die tot 5 februari aanhield. Die eerste nacht braken de verwaarloosde dijken langs de Zuiderzee op meer dan dertien plaatsen door. In Friesland gebeurde dat bij Lemmer en tussen Workum en Hindeloopen. Winterse windvlagen en hagelstenen belaagden de benarde mensen die uit hun huizen vluchtten. Het was de grootste natuurramp van de negentiende eeuw. Bijna tweederde deel van Friesland kwam onder water te staan. Auke Bult wijst met zijn hand tot waar het water kwam op de muur van de toren van het kerkje van Molkwerum. Ik schrik. Zoiets overleef je niet. Bult is amateur-archeoloog. Hij leidt me rond door zijn dorp, dat bij de ramp flink werd geraakt. In totaal kwamen 380 mensen om, van wie 17 in Friesland. Ruim 2100 koeien en 1600 schapen, varkens en paarden verdronken. Op 2 februari 2025 luiden ruim tweehonderd klokken in Friesland 18 minuten en 25 seconden lang. Toch heet dit de vergeten ramp en Lely’s plannen voor de Zuiderzee een late reactie op de rampspoed van 1825, die overigens in Overijssel veel meer slachtoffers eiste.
Hoe hoog kwam het water? Het varieerde van twee tot zesendertig palmen (1 palm = 60 cm). Circa honderdduizend Friesen raakten ontheemd. Kwam zo’n dorp als Molkwerum er weer bovenop? De Franse tijd lag immers nog vers in het geheugen. Bult wijst op de Prinsepoel. Het gaat om land van boer Tjitte Hendriks Prins. Prins woonde zelf op een boerderij in de Noordermeerpolder, een polder die begin 17e eeuw werd drooggemalen met Amsterdams geld. De Amsterdammers zouden later de grond verpachten aan boeren uit de omgeving. Ik kijk vanaf de dijk. We zijn op onze voettocht inmiddels aanbeland op een punt ten zuiden van Molkwerum; verderop zie ik al Stavoren liggen. De boerderij die Prins huurde, zegt Bult, was een stelpboerderij. Die werd in 1866 vervangen. De nieuwe heette Kroonenburg. Hijzelf ging er in april 2013 graven. In een afvalkuil vond hij serviezen en pijpen uit de 17e en 18e eeuw. Ik kijk naar de poel. Eerst denk ik nog dat het een dijkdoorbraak betreft. Maar nu wordt me duidelijk dat het hier om uitgegraven land gaat, van grond die werd opgeworpen om de dijk te versterken. Ook grafstenen afkomstig van het kerkhof van Molkwerum werden hiernaartoe gesleept. Zo herstelden de arme inwoners van Molkwerum hun zeedijk na de rampspoed van februari 1825.
Geef een reactie