Voor een keer wandel ik dicht bij huis. We lopen langs het Gein, het zes kilometer lange Utrechtse riviertje ten zuiden van Amsterdam. Vandaag is het nog koud, maar de voorjaarszon schijnt al fel in ons gezicht. De waterspiegel ligt hoog, het land laag. Dit is veenweide, de bodem daalt. Op de vooroevers bloeien gele dotterbloemen. De molen herkennen we. Die is ooit door Mondriaan geschilderd. Hij is fraai gerestaureerd. Een witte magnolia bloeit uitbundig. Met Olga van Kalles en Pieter van Ree spreek ik over de waarde van wandelen. Zou het ministerie van Landbouw hier ook baat bij hebben? Ik vertel over hoe alles fragmenteert als gevolg van verkokering, bureauwerk, reorganisaties, tijdgebrek, politieke kortzichtigheid, schermgebruik, vliegende haast. In de toenemende complexiteit en vervreemding ben ik op zoek naar de samenhang der dingen. Door samen te wandelen in het landschap en tijd te nemen voor gesprekken kunnen de dingen weer bij elkaar komen. Wandelen werkt. En door met veel mensen te wandelen kunnen toekomstverhalen gemaakt worden die weer hout snijden. Mijn wandelgenoot wijst op het grasland. Alles lijkt strakgetrokken. Ik heb wel erger gezien. Even verderop worden koeien losgelaten in de wei; ze spelen met twee geiten. Ons gesprek wordt telkens onderbroken door auto’s die we moeten ontwijken en bij Fort Nigtevecht zijn het de snelle fietsers die ons ruim willen passeren. Geen wandelaars hier. Maandagmorgen en iedereen heeft haast.
Ik lees een krantje van Spaar het Gein, een bewonersgroep die zich inspant voor het behoud van het landschap waar we lopen. Het gaat over dijkversterking, fietsbrug, bestemmingsplan, waterschapsverkiezingen, handhaving, infrastructuur, pleziervaart, overhangende takken, windmolens, vliegtuigen. Deze mensen waken over de samenhang; alle bureaucratie wordt nauwlettend in de gaten gehouden. Agendapunt ‘Wandelen en fietsen’ begint zo: “Kunnen wandelaars en fietsers nog veilig genieten van het Gein?” Sluipverkeer blijkt de grote boosdoener. Binnen de groep, lees ik, was verdeeldheid. “Wel deelde men de mening dat er wel heel hard gereden werd langs het Gein.” Voor medewerkers van het ministerie van Landbouw is het verkeer misschien geen aandachtspunt. Als ze zouden gaan lopen misschien wel. En natuurlijk ook dit: over Anna’s Hoeve. Schaalvergroting was voor het bedrijf geen optie. Daarom koos de boer voor verbreding. Hij bereidt nu joodse streekkaas, Meikaas genaamd. “Zacht en vers.” De oude kaasmakerij heeft hij weer nieuw leven ingeblazen. De werkgroep is tevreden. “We hopen op deze manier een bijdrage te leveren aan de versterking voor het Geingebied met al haar boeren die de landerijen en dijken zo mooi voor ons allemaal onderhouden.”
Geef een reactie