Geen vogels

Sensmeer, zo heet de Friese hem die we vandaag omcirkelen. Hemmen, dat zijn de polders die vanaf de 12e eeuw langs de zuidoever van de Middelzee werden aangelegd. Deze hem werd in 1632 drooggelegd. Waar ooit het polderhuis stond, vormde zich later Blauwhuis. Frans en Acronius Ettema voeren me het dorp uit over de Hemdijk. De boerderij van hun ouders staat drie kilometer verderop aan de Krabbedijk. Een neef is daar nog altijd veehouder. Zelf zijn de broers in hun vrije tijd ambassadeurs van Nationaal Landschap Sûdwest-Fryslân. De een weet alles van de Hemdijk, de ander van de geschiedenis van Sensmeer. Deze hem, vertelt Acronius, is 395 hectare groot. In hun jeugd telde hij dertig boerenbedrijven. Nu zijn er nog acht over. Frans vertelt over de zeekerende werking van de oude dijk. De breedte van het talud zou iets zeggen over waar het gevaar vandaan kwam. Niet elk dijkdeel is overigens even oud. Opnieuw leer ik beter kijken. Een voetpad voert langs de oude trekvaart tussen Bolsward en Workum. In de buurt van Dedgum staan we in een schitterende bloemenweide. Alles golft hier in de wind. Ik kijk om me heen. Zover ik kan zien, bloeiende weiden. De kleurenpracht overweldigt me. Ongemaaid is dit Friese open landschap werkelijk verbluffend mooi.

Of me iets opvalt. Die vraag stelt een van de broers. Ik beschrijf wat ik zie, maar hij doelt op wat er juist niet te zien is. Vogels. Waarom zien en horen we geen kwetterende vogels? Het is immers mei, en deze weilanden zijn nog niet gemaaid. Weidevogels zouden hier moeten broeden, de mannetjes ons met hun duikvluchten verjagen. Niets van dat al. Een dooie boel is het hier. We proberen verklaringen te geven. Zoals: bijna alle boeren maaien intensief. Sensmeer is daardoor voor vogels levensgevaarlijk. Ik vertel over mijn ontmoeting met Theunis Piersma in Workum. De trekvogelecoloog had me kaarten van Zuidwest-Friesland laten zien waarop de vogelstand was afgebeeld: jaar na jaar toonden ze minder broedende vogels. Waar een nest overhoop gehaald is, keert een kievit niet meer terug, had hij gezegd. Acronius heeft een andere theorie. Hij denkt dat het gras hier te dicht en te hoog is; deze boer heeft ook vorig jaar niet gemaaid. Als bewijs wijst hij ons op afgestorven stengels. Als hij ook dit jaar niet maait, dan groeien hier straks bomen. Maar bos hoort hier niet. Dit groene land van weiden en verten hoort genadeloos open te zijn. De ambassadeurs wandelen verder. Opnieuw stellen ze vragen. Zoals: waarom hangt er vandaag een vlag op de torentje van het kerkje van Sandfirden? Ik tuur in de verte. Aan de einder ontwaar ik een klein torentje. Warempel, met een vlag.


Posted

in

,

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *