Gelezen in ‘Cities and the Wealth of Nations’ (1984) van Jane Jacobs:
Afgelopen vrijdag en zaterdag organiseerde het Forum voor Stedelijke Vernieuwing een Breed Beraad over bevolkingskrimp. Zo’n vijfentwintig deelnemers uit Groningen, Zeeland en Limburg wisselden met Haagse beleidsmakers en kamerleden op een kasteeltje te Vaals van gedachten over wat demografische krimp nu precies inhoudt en hoe het beleid daarop zou moeten reageren. Voorzitter was Hans Dijkstal. Het was een bijzondere bijeenkomst. Wat vooral bijzonder was, was om de consequenties van krimp voor Groningen, Zeeland en Limburg met elkaar te vergelijken. De roep om geld uit Den Haag was wat de aanwezige bestuurders sterk met elkaar verbond. Maar verder? De beste opmerking in de twee dagen was deze: "de gevolgen van krimp zullen heel anders op Hilversum uitwerken dan op Heerlen. Hilversum zal er weinig last van hebben." Ik moest sterk denken aan hoofdstuk 8 uit ”Cities and the Wealth of Nations’ van Jane Jacobs. Dat hoofdstuk handelt over ‘Capital for regions without cities’. Want de kwestie ‘krimp’ heeft niet zozeer met demografie te maken, maar alles met economie. Sterker, de discussie over krimp gaat eigenlijk over dreigend verlies van welvaart, over economie dus. En over (het ontbreken van) steden.
In de eerste plaats moet worden opgemerkt dat alle drie de streken geen grote steden kennen. Hun economieen zijn eenzijdig, kwetsbaar en afhankelijk. De provincie Groningen produceerde jarenlang graan en aardappelen voor de Randstad en de wereldmarkt, Limburg dolf steenkool voor de Randstad en de wereldmarkt en Zeeuws Vlaanderen verbouwde graan voor de Randstad en de wereldmarkt. Op al deze fronten hebben ze het later erg moeilijk gekregen. Er is vanuit Den Haag van alles aan gedaan om hun economieën overeind te houden: Dow vestigde zich in Terneuzen, de Eemshaven moest Noord-Groningen redden en Zeeland kreeg autofabrieken en het CBS en het ABP. Zo is er in de loop der jaren veel kapitaal naar deze regio’s gesluisd.
Maar heeft het gewerkt? Jane Jacobs noemt het voorbeeld van de Tennessee Valley. Deze streek in het hart van Amerika was rijk gezegend met natuurschoon en grondstoffen, maar begin twintigste eeuw liep haar bescheiden economie gestaag terug. Er waren geen steden in de vallei die goederen en diensten verhandelden. De steden die er waren, waren administratieve steden, met onderwijs en zorg en voorzieningen voor de bevolking in de omgeving. Om de streek uit het slop te trekken werd onder de vlag van de New Deal door president Roosevelt een TVA opgericht die massief investeerde in de infrastructuur van de streek. Er moest energie worden opgewekt, toeristen getrokken, industrie gelokt. Hetgeen gebeurde. Knoxville werd het centrum van een zich industrialiserende regio die – het moet gezegd – werk genereerde waardoor het de inwoners van de streek beter verging. Maar na vijftig jaar, aldus Jacobs, was veel welvaart en werk alweer uit het gebied vertrokken. Waarom? Omdat, aldus Jacobs, er geen importvervangende stad in de streek zijn economische werk bleek te doen. Er was geen lokale economie opgebouwd. Knoxville bleek een kunstmatige stedelijke regio die weliswaar industriële banen verschafte, maar die niet productief was in de zin van dat de stad nieuwe importen verdiende met lokale productie die bestaande importen verving. Het plan van de TVA had alle bestanddelen van een gereedschapskist waarmee een stad ontwikkeld kan worden, en die stad groeide ook wel, maar hij kon niet op eigen benen staan en geen nieuwe welvaart creëren. De planners hadden een facsimile van een stedelijke regio gebouwd. "Development cannot be given. It has to be done. It is a process, not a collection of capital goods."
De demografische krimp in Groningen, Zeeland en Limburg legt precies dit gegeven bloot: Heerlen, Terneuzen en Delfzijl zijn geen importvervangende steden, maar facsimile’s van geplande stedelijke ontwikkeling. De krimp doet nu wat het beleid trachtte te keren: de mensen weghalen uit de gebieden waar geen welvaart wordt gecreëerd. Nu afwachten hoe al die andere geplande steden in Nederland zich zullen houden onder het geweld van de demografische krimp. Binnenkort zullen we ze horen piepen. Dan vragen ze allemaal om meer geld.
Geef een reactie