Afboeken geblazen

Onlangs verscheen een nieuw rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving over de toestand in de Nederlandse binnensteden. In ‘Veerkracht op de proef gesteld’ (2020) wordt vijf jaar na het verschijnen van ‘De veerkrachtige binnenstad’ (2015) de thermometer opnieuw in een groot aantal binnensteden gestoken. Aanleiding is Covid-19 en de grote impact die deze heeft op bezoekersstromen. Winkels en horeca zijn al maanden gesloten. Wat gaat dit op termijn voor de binnensteden betekenen? Hier is het antwoord: de eerder gesignaleerde trends zetten door. De winkelleegstand neemt verder toe, wonen komt ervoor in de plaats, de binnensteden passen zich aan, er is sprake van ‘veerkracht’. De geschatte effecten van Corona zijn, opmerkelijk genoeg, al even weinig verrassend: er zal een nivellering plaatsvinden tussen zwakke en perifere centra als ene uiterste en bruisende centra in sterke regio’s als andere uiterste. De hardste klappen zullen vallen in de binnenstad van Amsterdam. Daar was 40 tot 45 procent van de bezoekers in de drukste winkelstraten in de periode vlak voor de pandemie van buitenlandse origine. Kennelijk is de professionele inschatting dat de toeristen niet zo snel terug zullen keren.

Wat me opvalt in het hele rapport, dat als verwacht opnieuw gedegen is, is dat er zo sterk de nadruk wordt gelegd op vastgoed en beleggingen. Alsof het fenomeen van de Nederlandse binnensteden hoofdzakelijk een vastgoedportefeuille betreft, die kan worden afgezet tegen vastgoedportefeuilles elders, in buitenwijken en langs snelwegen. De auteurs zijn ook niet zomaar experts; het betreft vooral kenners van winkelpanden en vastgoedbeleggingen. Het rapport kwam tot stand in nauwe samenwerking met Locatus, marktleider op het gebied van retail-informatie, en het werd gemaakt op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken. Vijf jaar geleden werd zo’n rapport niet met zulke financiële accenten samengesteld. Toen lag de nadruk op bereikbaarheid, leefbaarheid, diversiteit, potentie en betekenis van binnensteden. Nu gaat het, oneerbiedig gezegd, alleen nog over het vullen van leegstaande panden met horeca dan wel woningen en dat daaraan grenzen zitten. Die accentverschuiving is misschien wel het grootste effect van Corona. Ten slotte: voor het eerst wordt weer gesproken over krimp. Krimp was lange tijd een besmet woord. Dat wordt afboeken geblazen.


Posted

in

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *