Gelezen in ‘The Uses of Disorder’ (1970) van Richard Sennett:
Een jaar na de Maagdenhuisbezetting in Amsterdam en vijf jaar voordat in diezelfde stad de Nieuwmarktrellen uitbraken verscheen in het even turbulente Chicago ‘The Uses of Disorder’ van de toen 25-jarige Amerikaanse socioloog Richard Sennett. Nog steeds is het boek zeer de moeite waard. Sennett wees op de nieuwe generatie jongeren die destijds de Amerikaanse suburbs ontvluchtten. Die waren volgens hem de eerste generatie die in welvaart tot volwassendom was gekomen en die orde, zorg en zekerheid van hun ouders van de hand wees, zo ook de bemoeienis van de autoriteiten en vooral die van de staat. De buitenwijken en nieuwe groene steden waarin ze waren opgegroeid vonden ze saai, teveel vanuit het gezinsleven gedacht en in alle opzichten te geregeld. Juist die ordening wekte hun agressie op. Ze wilden meer anarchie, kozen voor de chaos, en die ongeregelde toestand van permanente confrontatie en blootstelling aan anderen bood de grote stad hen. Met een verwijzing naar Jane Jacobs tekende Sennett een alternatieve ruimtelijke toekomst: ‘The City as an Anarchic System’.
Nee, we hoefden niet bang te zijn voor revolutie. Dat was een negentiende eeuwse opvlieging van een stel jongeren die de bestaande macht met geweld wilden breken maar die niet goed hadden nagedacht over alternatieve bestuurlijke praktijken. Deze tijd was anders, rijker, technologisch geavanceerder. Anarchie kon vanaf nu heel goed in steden worden doorgevoerd, in hele grote steden is anarchie zelfs een natuurlijke conditie. Daarop inspelen is de kunst. “In a dense city where power has been changed so that people are forced to deal directly with each other as men, not as parts of a planned order, aggressive hostilities involved in conflict could be directed to the objects of provocation.” Nog niet duidelijk? Dan nog een citaat: “Many of the seemingly routine aspects of city administration, like police, housing construction, and school administration, need not be routines, but opportunities for community life, thereby revitalizing the people directlty concerned.” Stadsbestuurders en planners moeten wanorde en pijnlijke verrassingen leren accepteren; er moet ruimte komen voor nieuwe vormen van complexiteit en nieuwe vormen van diverse, gedeelde ervaringen. Nog steeds echter worden ons land en onze steden bestuurd alsof ze bedrijven, machines of stramme organisaties zijn, alsof al die burgers ‘gemanaged’ moeten worden. Overheden willen controle en voeren programma’s als ‘Eén Amsterdam’. “As has been shown, this godlike presumption about other people’s lives on the part of planners only builds up steam for violent disruption.” Door onze steden van het management te bevrijden zullen hun inwoners zichzelf gaan besturen en rekening houden met elkaar. Conflicten horen erbij. Dat was anarchisme volgens Sennett. Maak ze dat in die overheidstorens maar eens wijs.
Geef een reactie