De gelijmde stoeptegels in het perkje voor het Abe Lenstra Stadion ter nagedachtenis aan Louis Le Roy (1924-2012) steken pover af bij alles wat we vandaag gezien hebben in en rond Heerenveen. Een zondag lang wandelen we bijna twintig kilometer langs de werken van de Friese kunstenaar. Aanleiding: eind oktober zou Le Roy honderd jaar zijn geworden. Zijn dochter Henriette loopt met ons mee. Eerst het plantsoen langs de President Kennedylaan, – een verrukkellijke woestenij op een strook van een kilometer lang en twintig meter breed -, vervolgens, via het huis van Le Roy in Oranjewoud, door de bossen naar zijn vijftig jaar oude ‘ecokathedraal’ op een graslandje aan de IJntzelaan in Mildam. Ten slotte onder de snelweg door en langs het stadion weer terug naar het begin. Het startpunt vanochtend was de plek van de Schoterlandse Kruiskerk, in 1637 gebouwd op een stuk grond van een Duitse orde in opdracht van Amelius van Oenema en in 1972 afgebroken. Het puin werd door Le Roy gebruikt voor de aanleg van zijn eerste ecokathedraal, een oefening in zelfexpressie en zelfontplooiing van de nieuwe bewoners van een schrale naoorlogse nieuwbouwwijk. Een bord bij de ingang: betreden op eigen risico. Onder onze voeten de historische kerkstenen, boven ons een woest bladerdak. Dit wilde plantsoen, begonnen in 1966, wordt de komende honderd jaar door de bewoners beheerd, niet door de gemeente.
Wat bezielde Le Roy, die in het dagelijks leven tekenleraar was op een middelbare school? Alle gesprekken onderweg met de ruim twintig deelnemers lijken zich rond het gedachtegoed van de kunstenaar te bewegen. Een van mijn gesprekken gaat over avontuur. Wat betekent avontuurlijk leven? Dat behoeft geen ‘spektakel’ zoals Guy Debord dat ooit noemde. Dat vindt zij ook. Haar dochter, vertelt ze, besloot haar studie medicijnen te onderbreken voor een inspirerend lesprogramma vanaf de DNS Campus in West Jutland. Daar werd in 1972 door een aantal Denen een Necessary Teacher Training College opgericht. Leraren leren er sindsdien onderwijzen terwijl ze reizen. Het eerste jaar trekken ze, na de nodige voorbereidingen, vier maanden met een bus door Afrika. “The bus is one of our learning tools. It’s cared for and driven by students and teachers. It is our base to gather, reflect and discuss. It gives us the possibility to get close to the local realities. When traveling, you slowly observe the change of environment and culture. It helps us to become global citizens.” Toen ze met hun bus naar Marokko reden deden ze ook Groningen aan. In het Stadspark maakten ze ‘s avonds een kampvuur, waar ze met elkaar de ongewisse toekomst bespraken. Die reis, zegt haar moeder, heeft het leven van haar dochter veranderd. Nog nooit heeft ze zoveel geleerd.
Geef een reactie