Van Assen gingen we naar Oudemolen, Drenthe. Ineens bevonden we ons midden in Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa. De zon scheen, ik keek om me heen, dit was misschien wel het mooiste stukje Drenthe. Cindy de Jonge is sinds drie jaar beverconsulent. Ze wilde me confronteren met een aantal dilemma’s waarvoor gebiedsbeheerders door de komst van bevers zich gesteld zien. In 2008 werden in het Hunzedal de eerste vier bevers uitgezet, in 2011 volgden vijf, een jaar later nog eens vier. Bevers zijn geweldige ecosysteembouwers. Dat maakt ze in kringen van natuurontwikkeling woest aantrekkelijk. Als soort zijn ze ook zwaar beschermd. In 2020 was hun aantal gegroeid tot 180 – reden voor de twee provincies en de twee waterschappen om een beverbeheerplan vast te stellen. De beverpopulatie in Noord-Nederland heette toen nog kwetsbaar. Inmiddels is hij met 420 exemplaren al behoorlijk robuust. In het beverbeheerplan kennen Groningen en Noord-Drenthe een zonering van ‘bever met aandacht’ (oranje), ‘bever welkom’ (groen) en ‘bever groot risico’ (rood) -gebieden. Bij Oudemolen, waar wij onze wandeling begonnen, was de bever welkom.
Het dilemma waarmee ze me wilde confronteren betrof het Gasterse Diep. Al snel stuitten we daar op een beverburcht, en even verderop zagen we nog een. In het diepje hadden de dieren al zeven dammen gebouwd en daarmee de loop en waterstand in het stroomdal ingrijpend gewijzigd. Precies daarom worden ze geprezen: de ‘ecosysteemdiensten’ die bevers door hun nijvere waterwerken leveren zijn over het algemeen zeer groot. En dat leek ook te kloppen. Maar laat nou uitgerekend het Gasterse Diep een belangrijke paaiplaats voor de rivierprik zijn: een visje dat honderden kilometers stroomopwaarts zwemt om te paaien waarbij de larven op grof zand en grind als bodemdieren leven. Dat larvenstadium duurt ongeveer vier jaar; daarna trekken de jonge prikken weer naar zee. Omdat het Gasterse Diep nooit stuwen of dammen heeft gekend, vormt ze sinds jaar en dag een erkende paaiplaats voor het zwaar beschermde visje. Uitgerekend daar bouwt de beschermde bever zijn dammen. Met dit planologische vraagstuk was ik nog niet vertrouwd: kunnen rivierprik en bever wel samenleven? Cindy denkt van wel. In haar woorden vereist het een robuust systeem. Maar wacht, ze had nog een dilemma voor mij in petto. De rest van de wandeling verkenden we een natuurvriendelijke toekomst voor Noord-Nederland.
Geef een reactie