In 2020 verscheen bij uitgeverij Pluim De wilde wereld, een boekje van schrijver en journalist Sanne Bloemink over een nieuwe relatie met de natuur. Naar zo’n nieuwe relatie ben ook ik op zoek, dus ik las het met belangstelling. Waarom is dit onderwerp zo belangrijk? Omdat we zijn losgezongen van onze omgeving. Ook Bloemink zelf weet niet hoe ze een relatie met de aarde aan moet gaan. Ze woont in Amsterdam, heeft tien jaar gewoond en gewerkt in New York, las liever boeken en sprak vriendinnen, ze kan amper een beuk van een eik onderscheiden. Ook zij besefte dat pas als we de band met natuur en landschap weten te herstellen, er een einde komt aan de gedachteloze destructie van onze leefomgeving. Alleen dan verandert namelijk ons gedrag. Tot zo lang zal het verlies van biodiversiteit gewoon doorgaan, ongeacht welke ruimtelijke ordening we ook bedenken. Daarom trok ze erop uit, niet het landschap in, maar langs wetenschappers, kunstenaars en schrijvers die zoeken naar nieuwe perspectieven op de omgeving. Ze sprak en schreef met Theun Karelse, Jonathan Ledgard, Lars Hein, Robert Costanza, John Anderson, Clive Hamilton, Frans de Waal, Radhika Nagpal, Suzanne Simard, Stefano Mancuso en vele anderen. Ik vermoed vanwege de pandemie was ze gedwongen de gesprekken op afstand te voeren.
Ergens halverwege schrijft ze: “Dit besef en gevoel van verbondenheid kan een motor worden die mensen in beweging brengt en hen aanzet tot collectieve actie, tot politieke actie.” Ze noemt het een politieke keuze om je hiervoor open te stellen. Zij wil het in ieder geval proberen. Maar waarom gebruikt ze de metafoor van de motor? Ze haalt Einstein aan, die ooit heeft gezegd dat als wij als mensheid willen overleven, we onze cirkel van compassie zullen moeten uitbreiden tot alle levende wezens en de hele natuur. We zitten gevangen in een beperkt bewustzijn. We zien alleen onszelf, onze familie en onze vrienden. Hij noemde dat een optische illusie, een waanvoorstelling, een gevangenis. Ik weet zeker dat onze moderne, naoorlogse manier van leven dat beperkte bewustzijn nog verder heeft ingeperkt, hoeveel meer kennis we inmiddels ook hebben verzameld. De meeste geleerden die Bloemink sprak geloof ik daarom ook niet in de zin van: mij heeft ze na het lezen van haar rondgang allerminst overtuigd. Mijn gedrag gaat zo echt niet veranderen. De fundamentele cultuuromslag die noodzakelijk is, die radicaal andere blik op onze rol in de natuur komt waarschijnlijk heel op een heel andere manier tot stand. Hoe dan wel? Hoe stelt een mens zich werkelijk open? Dat lijkt mij de kern van de zaak. Daarover gaat binnenkort mijn Groningse oratie.
Geef een reactie