Twee boeken schreef Bernhard Hanskamp over de geschiedenis van de ruimtelijke ordening in Drenthe. Hanskamp was jarenlang planoloog bij de provincie. Van beide kreeg ik een exemplaar. Nu stuurt hij me een artikel van zijn hand over “hoe Drenthe toeristische wildgroei binnen de perken hield.” Onlangs verscheen het in de Nieuwe Drentse Volksalmanak. Aanleiding: ons gesprek van afgelopen oktober in Bunne, waar ik in een voordracht releveerde hoe de Rijksplanologische Dienst in de Tweede Nota over de Ruimtelijke Ordening (1966) het voorbeeldige Drentse streekplan had bewerkt. Het Drents Plateau was als een toekomstig groot Nationaal Park in de rijksnota opgevoerd. Hanskamp wist me te vertellen dat er een facetstreekplan voor Natuurschoon en Recreatie onder lag dat even eerder door de Drentse Planologische Dienst met veel moeite was opgemaakt. Zo’n planfiguur was destijds volkomen nieuw. In Den Haag had men enthousiast gereageerd en er ‘een schets van een mogelijke inrichting’ van gemaakt. Heel Nederland moest zich eraan spiegelen. Kijk, zo moet je omgaan met natuur en recreatie op de lange termijn. Drenthe als ‘parkgebied van nationale betekenis’.
In zijn artikel zwaait Hanskamp met name PvdA-gedeputeerde Londo uit Emmen veel lof toe. In 1963 was Gerard Londo (1913-2011) tussentijds gekozen. Naast recreatie en economie had hij natuur en landschap in portefeuille gekregen. Londo was een echte bruggenbouwer die al snel besloot geen gewoon streekplan te maken, maar in plaats daarvan een facetstreekplan voor natuur en recreatie. Tot dan had de provincie per incident gehandeld: wel of geen toestemming geven voor de bouw van vakantiehuisjes, zwembaden, campings en dergelijke. In Assen wilde men geen wildgroei. Op dat moment waren er echter al 47.500 slaapplaatsen voor recreanten in de dunbevolkte, natuurrijke provincie gerealiseerd. Den Haag hanteerde 70.000 als limiet. Het facetplan, eenmaal vastgesteld, zou een krachtig juridisch instrument voor het provinciaal bestuur worden om definitief paal en perk te stellen aan allerlei recreatieve ontwikkelingen. Commissaris van de Koningin Gaarlandt verdedigde het fel in de pas opgerichte Provinciaal Planologische Commissie. Dat nam niet weg dat er 241 bezwaarschriften van gemeenten binnenkwamen. Vijfendertig natuurgebieden waren ermee gemoeid. Londo, schrijft Hanskamp, bleef er nuchter onder. Kijk, zulke dappere provinciale bestuurders heb je ook nu weer nodig.
Geef een reactie