Gelezen in The New York Times van 25 maart 2017:
Afgelopen zaterdag was het zover. Columnist Ross Douthat van The New York Times stelde voor om de grote succesvolle steden in Amerika tot nationaal probleem te verklaren. In ‘Break Up The Liberal City’ schaarde hij zich achter Donald Trump, die niets moet hebben van de grote, succesvolle steden. Douthat noemde ze ‘meritocratische agglomeraties’ waar de macht en de rijkdom zich concentreren, waar de jonge en welvarende yuppen hun eigen feestjes vieren, waar de middenklasse bijna niet meer kan wonen, waar segregatie en balkanisering onverbiddelijk toeslaan, waar het vruchtbaarheidscijfer extreem laag is, waar innovatie plaatsvindt die alleen maar tot banenverlies leidt, waar de liberale intelligentsia samenklontert die zich loszingt van de politieke rest. Dat de economie niet meer groeit, de politiek niet meer functioneert, de technologie alles digitaal maakt, is de schuld van de grote steden. Die hippe startup-economie van de yuppies brengt ons geen Florentijnse renaissance. Daarom komt hij met het ‘belachelijke voorstel’ om de grote steden open te breken, net als Teddy Roosevelt in de jaren ‘30 deed. Openbreken en ruimtelijk spreiden. Clusters van ziekenhuizen en elite-universiteiten moeten uit elkaar worden gehaald en herverdeeld over het land. Ruimtelijke concentratie is in zijn ogen een indicator van monopolisering, dus weg ermee. Met extra belastingen wil hij de grote steden dwingen om op te geven.
Ronduit schokkend vond ik het om zijn column te lezen, zeker van een gerespecteerd iemand van de New York Times. Nee, ik ben er helemaal ziek van. Wat Douthat voorstelt is begrijpelijk, maar we hebben zoiets inderdaad eerder meegemaakt in de jaren ‘30. Toen werden de grote steden door de staat ontmanteld en werd er op grote schaal in het platteland geïnvesteerd. Het heeft ons allerminst voorspoed gebracht, nee het stortte ons in een gruwelijke oorlog. Lees mijn boek ‘De toekomst van de stad. Een pleidooi voor de metropool’ (2016). Ook na de Tweede Wereldoorlog weigerden we in onze grote steden te investeren. Midden jaren zeventig waren ze totaal verkrot, dat hebben we zelf gedaan en het resultaat was dat onze economie opnieuw langdurig in het slop raakte. Richard Florida, de man van de creatieve klasse, kwam onlangs overigens met een even pessimistisch boek. In ‘The New Urban Crisis’ wijst hij op de snel groeiende segregatie en de winner-takes-all-urbanism in sommige Amerikaanse steden. Zijn bijl was echter minder bot dan dat van Douthat. De steden zelf kunnen er veel aan doen, maar dan moeten ze wel in actie komen. Nee, daar in de VS gaat iets helemaal mis. Niet alleen Trump is het probleem. Een fel anti-stedelijk sentiment voegt zich daar bij xenofobie, cultuurpessimisme en politieke agressie. De financiële crisis van 2008 woedt nog hevig, ja de brand slaat zelfs feller uit dan ooit. Good old Jan Jacobs krijgt helemaal gelijk. Haar laatste boek heette ‘Dark Age Ahead’ (2004). Een gure wind komt snel naderbij. Deze blog is definitief mijn laatste.
Geef een reactie