Vreemd hoe snel de tijdgeest verandert. De boodschap van Ben Wilson’s ‘Metropolis’ lijkt alweer ongepast en in zijn optimisme zelfs ergernis te wekken. Zijn ‘history of the city, humankind’s greatest invention’ klinkt toch teveel als een kritiekloze lofzang op de grote stad. Dat hebben we echt gehad. Het monumentale boek verscheen in 2020, lang nadat de Verenigde Naties de 21ste eeuw tot ‘de eeuw van de stad’ hadden uitgeroepen. Even was alle aandacht op de stad als fenomeen gevestigd. Maar dat duurde niet lang. Al in 2016, na het verschijnen van Ed Glaeser’s ‘Triumph of the City’, sloeg de stemming om. Wilson (1980) is een productieve en zeer succesvolle schrijver-journalist in Groot-Brittannië. Zijn ‘Metropolis’ getuigt van eruditie en leest werkelijk als een trein. Het boek zit vol bijzondere feiten en bestrijkt in zijn knappe opzet de hele wereld. Maar hoe positief kunnen we nog zijn over de voortgaande urbanisatie in een tijd waarin we vrezen voor klimaatverandering, uitputting van grondstoffen, oorlogen om water, verwoestijning, stikstofcrisis? Steden zitten in de beklaagdenbank en lijken op zijn minst bij de grote misdaad betrokken. We zijn op zoek naar schuldigen.
Evolutie, schrijft Wilson, voltrekt zich zeer traag, over miljoenen jaren. Althans dat dachten we. De verstedelijking van de planeet verloopt juist krankzinnig snel. “We are living at a time of planetary upheaval.” Hoewel de oppervlakte van steden beperkt blijft, valt op dat de wereldwijde urbanisatie uitgerekend op de plekken plaatsgrijpt waar de grond vruchtbaar is en de rijkste ecosystemen zich bevinden. Hun ruimtelijke impact is bovendien gigantisch. Steden hebben brandstoffen, voedsel, water en grondstoffen nodig. Een metropool als Londen heeft een voetafdruk die 125 maal groter is dan het stedelijke oppervlak. Daarom zijn we geneigd de stad als boosdoener te zien en stad en land als twee gescheiden en onverenigbare werelden te beschouwen. Maar sinds steden het land domineren, wordt het tijd om anders te gaan kijken. Een stad als Londen bestaat voor 47 procent uit groene ruimte, bevat, met andere woorden, het grootste stedelijke bos in de wereld. En wat blijkt? De biodiversiteit van Groot Londen is rijk en zeer bijzonder. Brussel bevat 50 procent van alle plantensoorten van heel België, de stadstaat Singapore behoort tot de rijkste ecosystemen van de wereld. Met andere woorden, mens en natuur moeten in onze gedachten niet worden gescheiden, stad en land zijn één planetair systeem. Als we even planmatig als Singapore onze landen zouden ordenen, dus met echte goede ruimtelijke ordening, dan is er wel degelijk reden voor optimisme. Zou de boodschap van Wilson in Den Haag worden gehoord?
Geef een reactie