De landschapsarchitect van NL

Schitterend eerbetoon aan landschapsarchitect Nico de Jonge. In 1997 overleed hij, 77 jaar oud. Drie jaar daarvoor had hij de oeuvreprijs van het Fonds voor Beeldende Kunst, Vormgeving en Bouwkunst gewonnen. Dat oeuvre betrof bijna het complete landschap van West-Nederland, eerst 32 jaar vanuit Staatsbosbeheer, daarna als hoogleraar in Wageningen: Walcheren, IJsselmeerpolders, Grevelingenmeer, Eemvallei. De Jonge hield van klei; daarop kon volgens hem een weelderig landschap groeien. Vorig jaar verscheen dan eindelijk een overzicht van zijn werk, geschreven door landschapsarchitecte Yvonne Horsten-van Santen. In ‘Luisterrijk cultuurlandschap’ treft de lezer alle belangrijke landschappen die De Jonge met zijn dikke vetkrijt ooit heeft getekend, inclusief de ontwerpen die hij voor heel Nederland maakte als ondergrond voor de Tweede Nota Ruimtelijke Ordening. Wat een lef had De Jonge! Wat een fenomenaal ontwerper was die man! Horsten probeert zijn rijke erfenis recht te doen door de man een plek te geven in de geschiedenis van haar jonge vakgebied. Ze noemt hem de eerste landschapsarchitect van Nederland, zelfs DE landschapsarchitect van Nederland.

De Jonge leerde ik kennen in 1994. Uit het niets belde hij me ineens op. Hij zei dat hij mijn proefschrift had gelezen en dat hij me wilde spreken. We maakten kennis. Daarna reden we met zijn auto naar Walcheren, langs de bosranden naar Domburg, vervolgens naar het Veerse Meer. In het Zeeuwse liet hij me de menselijke bewoning van het moderne landschap zien. Maanden later gingen we opnieuw op weg, nu langs de zeventiende eeuwse landgoederen van de Utrechtse Heuvelrug, het traag stromende rivierenland in. Onderweg vertelde hij me alles over laanbeplanting, de vele soorten populieren, de Zeeuwse klei, het water, de zoete rivieren. Ook de IJsselmeerpolders liet hij me zien: zíjn Vogelweg! Over de discussie over de landschappelijke vormgeving van de A6 onderhield hij me alsof hij een late medestander in me zocht. Makkelijk was hij niet, een echte kunstenaar, nee een dramaturg van complete landschappen, een eigenzinnige man die niet schreef, niet reflecteerde of theoretiseerde. Horsten-van Santen doet hem eindelijk recht. “De Jonge vroeg zich af of het uitgangspunt voor de ruimtelijke planning niet zou moeten zijn: persoonlijke identiteit en individuele ontplooiingsmogelijkheden voor iedereen.” Die gedachte typeerde inderdaad De Jonge. Mensen, van allerlei slag, moesten vrijuit het landschap kunnen bewonen. Suburbaniseer! Maar plant wel nieuwe bossen aan, laat polders onder water lopen, bouw aan een rijk landschap! Wees niet benauwd. Leef!


Posted

in

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *