Op 28 september 2021 schreef Ifang Bremer in NRC Handelsblad over de ernstige woningcrisis in Zuid-Korea. Dat was interessant, want niet alleen Nederland tobt met woningschaarste en snel stijgende prijzen. Vooral hoofdstad Seoul dreigt onbetaalbaar te worden. Als oorzaken noemt Bremer de enorme aantrekkingskracht van Seoul, maar ook vastgoedspeculatie door de oudere generatie, die vaak twee tot drie huizen als belegging en investering aanhoudt. Jongeren zijn daarvan de dupe; in Korea spreekt men van een ‘generation rent’. Uitvoerig schrijft hij over de gevolgen, maar veel minder over hoe deze speculatie op enorme schaal nu precies kon ontstaan. Juist daarvan zouden wij in Nederland veel kunnen leren. Lees daartoe Won Bae Kim. In ‘Repositioning of the City Region: Korea after the Crisis’ (2001) beschrijft deze senior fellow van het Korea Research Institute for Human Settlement hoe Zuid-Korea zich economisch na de ernstige crisis van eind jaren ’90 herstelde. Het artikel, opgenomen in Allen Scott’s ‘Global City-Regions’, liet ik mijn studenten elk jaar lezen. Stedelijke regio’s werden in Korea van regeringswege tegen elkaar opgezet, landsdelen moesten met elkaar concurreren. Wie was de innovatiefste regio? Voor het landsbestuur was herstel van de internationale concurrentiekracht het allerbelangrijkste. Zelf investeerde ze massief in zware fysieke infrastructuur (autosnelwegen, havens en vliegvelden). Daarnaast moesten deregulering en privatisering het spook van de bureaucratie verjagen. Deze liberale economische politiek heeft uiteindelijk tot ernstige sociale en economische ontwrichting en polarisatie geleid, in de Oscar-winnende film ‘Parasite’ van Bong Joon-ho treffend maar vooral ook wrang verbeeld.
Nederland had beter kunnen weten, maar kwam na de financiële crisis van 2008 niet op haar schreden terug. Wat had ons land wel moeten doen? Won Bae Kim adviseerde al in 2001 het volgende: het bevorderen van samenwerking tussen steden, die daarbij in staat worden gesteld zichzelf te besturen. Decentralisatie dus, maar niet met het oogmerk van onderlinge concurrentie. “It requires local leadership to create common goals and a shared vision among managers, workers, citizens, and politicians within the city.” Kim: “It will increase the chance of solving problems of social and spatial polarization, interregional rivalry and competition, and environmental degradation.” Zo’n bestuurlijk model van samenwerking van onderop, geleid door een gemeenschappelijke visie, is niet alleen duurzaam en maatschappelijk minder ontwrichtend, maar zal ook de woningcrisis bestrijden. Dus stoppen met investeringen in grootschalige infrastructuur, geen verdere deregulering, beter luisteren naar stedelijke regio’s, competitie inwisselen voor interregionale samenwerking, werken aan een gemeenschappelijk toekomstverhaal. “Locally driven exchanges and cooperation, if facilitated by national governments, will contribute to building regional identity and community, the lack of which is apparent in Northest Asia.” In Noordwest Europa is het anno 2022 niet anders.
Geef een reactie