In ‘Four Lost Cities’ (2021) beschrijft de Amerikaanse schrijfster Annalee Newitz de ondergang van vier steden: Çatalhöyük in Turkije, Pompeï in Italië, Angkor in Cambodja, en Cahokia, Mississipi. Het is een typisch Amerikaans boek, opgetrokken rond een aantal spectaculaire voorbeelden, alles flink uitgesponnen, vol lessen en een sprankje hoop, met veel gevoel voor drama gebracht. Newitz, zelf woonachtig in San Francisco, zag hoe haar stad snel leegstroomde na de internetbubbel van 2000, maar ook hoe die weer even snel volstroomde met rijke internetondernemers. Terwijl SF voor de meesten onbetaalbaar is geworden, wordt ze in haar voortbestaan bedreigd door zowel bosbranden als zeespiegelrijzing. Klimaatverandering maakt alles ongewis. En daarin schuilt precies de fascinatie van Newitz. “It’s terrifying to realize that most of humanity lives in places that are destined to die.” Mensen vernietigen hun eigen leefomgeving en de schrijfster ziet vooral in tekortschietend bestuur de oorzaak van de problemen. “We’re barreling toward a future in which the metropolis is unlivable, but the alternatives are worse.” Haar hoop is dat we leren van opgegeven steden als Angkor en Cahokia om zo manieren op het spoor te komen die naar revitalisering zullen leiden. Archeologen leiden haar rond.
Kritisch is Newitz over het populaire boek van Jared Diamond, getiteld ‘Collapse’ (2005). Ze gelooft niet in de stelling dat beschavingen instorten als gevolg van overexploitatie van hun omgeving alleen. Met haar voorbeelden wil ze laten zien dat steden heel goed inwoners kunnen verliezen, maar dat de beschaving zelf blijft bestaan. Mensen trekken door, beginnen elders een nieuw leven, of de stad stroomt niet echt leeg, maar blijft door een minderheid bewoond. Zo werd Angkor nooit echt verlaten. Wel streken veel bewoners neer in dorpen in de wijde omgeving en vestigde de heerser zich in een nieuwe hoofdstad. Zelfs in het huidige Phnom Penh voelt ze nog de oude stedelijke beschaving van de Khmer. In drie van de vier voorbeelden was volgens haar niet uitputting van de aarde die aan het stedelijke verval ten grondslag lag, maar slecht bestuur. Beter is daarom steden te zien als sociale experimenten, als ecosystemen waarvan de onderdelen zich voortdurend aanpassen, met groei maar soms ook met regelrechte krimp tot gevolg. Geldt dit ook voor Nederland? De omgang van ons bestuur met de boeren zal leren of we de grote ecologische problemen het hoofd zullen kunnen bieden. Zo niet, dan verlaten op termijn misschien ook wij de steden en vestigen we ons op het land. Stroe City is volgens Den Haag ons perspectief.
Geef een reactie