Dikke laag

‘Nederland op de tekentafel. Honderd jaar toekomstideeen’ is een tentoonstelling in Het Nieuwe Instituut in Rotterdam. Nog tot en met komend weekeinde is hij daar te zien. De Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond (KNOB) vroeg mij op de valreep een lezing bij de tentoonstelling te geven. Waarom juist ik? Nederland Nu Als Ontwerp (1984-1994) speelt in de tentoonstelling een belangrijke rol, vormt daarin zelfs de rode draad. Als beginnend planoloog was ik veertig jaar geleden als projectleider bij deze unieke onderneming betrokken. Voor mijn lezing nam ik Dutch New Worlds (2012), het proefschrift van Christian Salewski, als uitgangspunt. Geloof in maakbaarheid is wat het Nederlandse bestuur typeert, schrijft de Zwitser Salewski. Maar dat bestuur is centralistisch noch hierarchisch. Het is een mobiele structuur vol contragewichten, met herschikkende coalities, een ‘dikke laag’ van ministeries, provincies, gemeenten, en veel inspraak- en participatiemomenten. Salewski: “Voor buitenstaanders en zelfs ingewijden is deze beleidsmatige omgeving moeilijk te begrijpen (…)” Op een gegeven moment, voegt hij eraan toe, traden ook planologen en stedenbouwkundigen op als ‘cultureel ondernemer’ om hun visie op de toekomst te ‘promoten’, in de hoop de richting van het officiele beleid te kunnen beinvloeden. Dat nu was Nederland Nu Als Ontwerp.

Hoe drong ‘culturele onderneming’ Nederland Nu Als Ontwerp (NNAO) naar binnen in die ‘dikke laag’ van de nationale politiek? Dat was mijn centrale vraag. Gedetailleerd deed ik uit de doeken hoe eerst de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid door de initiatiefnemers werd overgehaald om op basis van zijn Beleidsgerichte toekomstverkenning (1980, 1983) door NNAO toekomstbeelden te laten maken; vervolgens werd de Rijksplanologische Dienst bewerkt om zijn ambitie van een Vierde Nota Ruimtelijke Ordening met de ontwerpers van NNAO te delen. Daarna kon het echte werk beginnen: vier maal een weekend in een kasteeltje van de Oosterscheldewerken met ambtenaren, wetenschappers en ontwerpers mondden uit in vier scenario’s voor het jaar 2050. Daarna volgden nog eens drie weekeinden om de scenario’s met regionale en lokale uitwerkingen te laden. Na ruim twee jaar leidde dit alles tot een grote publiekstentoonstelling in de Beurs van Berlage in Amsterdam. Kort daarvoor was in Den Haag de nota Ruimtelijke Perspectieven (1986) als voorbode van de Vierde Nota verschenen. Ten slotte schetste ik wat er met de betrokkenen na afloop van de tentoonstelling gebeurde. De ontwerpers verlieten de rijksdiensten en vestigden zich als ontwerpende ondernemers, de twee initiatiefnemers werden hoogleraar in Delft respectievelijk rijksbouwmeester; ikzelf dook als jong ambtenaar onder in de ‘dikke laag’, om er tien jaar later weer uit te komen.


Posted

in

,

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *