Door hoepels springen

Marijn Molema is bijzonder hoogleraar Regionale Vitaliteit & Dynamiek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Onlangs verscheen van zijn hand Zwaaien roepen springen naar een land waarin elke regio telt. Ik las het boek met plezier. Het is toegankelijk geschreven en het bevat veel persoonlijke ontboezemingen. Maar het gaat vooral over naoorlogs regionaal-economisch rijksbeleid en het blijvende gevoel van achterstelling in de regio. Hoe dat laatste kan? Het heeft volgens Molema te maken met teleurstelling. Die teleurstelling gaat terug op (te) hoge verwachtingen want er is de regio in het verleden teveel beloofd. Het regionale industrie- en spreidingsbeleid moest de spanning tussen ervaringen en verwachtingen opheffen. Aanvankelijk, aldus Molema, ging dit met vreugde en optimisme gepaard. “De blijde gevoelens spatten van de krantenberichten en foto’s uit die tijd.” Plaatsen als Delfzijl, Roden en Leek, Dokkum, Hoogeveen, Meppel en Emmen werden gezien als de moderne ‘trekpaarden’ van de economie. Maar dan komt de globalisering en de industrie trekt weg, ook uit de grote steden in het Westen, de economische tegenslag leidt tot het gebruik van paardenmiddelen (gedwongen verhuizing van rijksdiensten), maar de achterstand wordt niet minder, eerder groter want de grote steden weren zich goed maar de regio veel minder. Gevolg: de regio raakt verbitterd. De recente opstand van de boeren en het ongenoegen in Groningen laten volgens hem duidelijk zien dat de verbittering nog steeds bestaat.

In de rest van het boek zoekt Molema naar nieuwe regionale politiek die met dit sentiment van boosheid en verongelijktheid beter kan omgaan. Grensoverschrijdende samenwerking is een mogelijkheid die inspireert, want minder fixatie op Haagse departementen werkt bevrijdend. Samenbindende verhalen voor een regio maken ziet hij als een andere mogelijkheid, want daar ga je lekker zelf over. Regio Deals tussen Rijk en regio juicht hij toe, maar ze beklijven onvoldoende, het is geen structureel geld. Vooral de erkenning dat regio’s van elkaar verschillen is volgens hem belangrijk en continuïteit moet aan de basis liggen van het nieuwe beleid. En ook: een brede opvatting van welvaart is een conditio sine qua non. Maar het diepgewortelde wantrouwen onder de bevolking dan? Hier schrijft Molema een grote waarheid: tot nu toe is regionaal beleid vooral een technocratisch construct geweest, bepaald door ‘een klein clubje’ bestuurders en ambtenaren die samen met toonaangevende bedrijven de dienst uitmaken. Dit moet anders. “Alledaagse ervaringen moeten veel centraler komen te staan in de probleemanalyse en de oplossingsrichting.” En dat alles moet ertoe leiden dat regio’s zich op een zelfbewuste manier gaan presenteren. Wat Molema niet schrijft is dat het Rijk telkens de spelregels bepaalt en daarmee het proces van regionale volwassenwording in de weg staat. Regionale bestuurders volgen deze verdeel-en-heerspraktijken in Den Haag met argusogen, maar doen toch steeds weer mee. De kortademige Regio Deals – hier wat geld, daar wat aandacht – zijn niet wezenlijk anders. Krijg ik wel genoeg? Door welke hoepel moet ik nu weer springen? Met dat ‘zwaaien roepen springen’ uit de titel lijkt echter iets anders bedoeld.


Posted

in

, ,

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *