Balans

Jaarlijks bezoeken liefst 180.000 mensen het bezoekerscentrum van het Dwingelderveld in Ruinen, Drenthe. Dat is evenveel als het Drents Museum in Assen. Op dit moment wordt het centrum echter verbouwd. Het krijgt o.a. een communityhoek, een winkel en een multifunctionele ruimte. Dwingelderveld is sinds 1991 een Nationaal Park. Mensen komen van heinde en verre om hier te wandelen en te fietsen. Natuur en rust is wat ze aantrekt. En het toerisme groeit sterk. Onlangs nog kreeg het gebied – een van de ‘kroonjuwelen’ van Drenthe – een ‘kwaliteitsimpuls’ aan de kant van Ruinen. Voorop stonden daarbij economie en recreatie. Corrigeer: duurzaam toerisme. Het was een initiatief van de buurt en de plaatselijke ondernemers. Ruinen moet meer van de drukte profiteren. De gekozen aanpak betrof hoofdzakelijk de infrastructuur. Waarbij men een ‘goede balans’ wilde bewaren tussen natuur, toerisme en bewoners. Het betonnen fietspad is inderdaad flink verbreed; voor wandelaars die uit Ruinen komen oogt die breedte niet aantrekkelijk. Het moest in de eerste plaats comfortabel, veilig en leuk zijn voor fietsers. We passeren op maandagmiddag het grote en lege parkeerterrein en maken ons een voorstelling hoe het hier zal zijn op een zomerse dag in juli.

Voorjaar 2023 voltooide bureau Ginder een studie naar de bezoekersstromen in de Drents-Friese grensstreek, waaronder het Dwingelderveld. Dat gebeurde in het kader van een verkenning naar een Nationaal Park Nieuwe Stijl. Dat is een park waar balans is tussen robuustheid, hoogwaardige natuur, natuurschoon, cultuurhistorie, kansen voor hoogwaardige vrijetijdseconomie, vitaal ondernemerschap en biodiversiteit van internationale betekenis en beleving (sic!). Er wordt onderscheid gemaakt tussen feitelijke drukte, draagvlak en draagkracht. Op zondagmiddagen en in de zomervakanties blijkt het op het Dwingelderveld het drukst, tot wel 12.000 unieke bezoekers per dag. Gemiddeld zijn er 1.250 bezoekers op het drukste moment van de dag. Maar niet aan de kant van Ruinen, want de grootste drukte is bij Spier. Vandaar de infrastructurele aanpassingen bij Ruinen, bedoeld om meer bezoekers aan te trekken. Want draagvlak is er. Men ervaart het gebied nog niet als druk. Ook draagkracht is er voldoende. En toerisme beschouwt Ginder als “de kip met de gouden eieren voor de leefbaarheid van bewoners en provinciale economie.” Of nee, de kwetsbare natuur bevindt zich juist bij Ruinen. Bezoekers zouden moeten worden geconcentreerd in het noordelijke deel bij Dwingelo, waar al veel horeca aanwezig is. Een deel van de bestaande parkeerterreinen zou daarnaartoe verplaatst moeten worden. Voor meer rust bij Ruinen.


Posted

in

,

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *