Een paar oude schoenen

Zijn naam viel al in een eerdere blog: Wendell Berry (1934). Berry is een groot Amerikaanse dichter en schrijver, maar ook boer in Kentucky. Van zijn hand las ik afgelopen kerstdagen ‘The World-Ending Fire’ (2017), een bundel essays die samensteller Paul Kingsnorth beschouwt als ‘the essential Berry’. Ik vond ze zeer de moeite waard en kan de bundel iedereen aanbevelen. Berry was een tijdlang verbonden geweest aan New York University, maar besloot terug te keren naar zijn geboortegrond in Kentucky omdat hij de grond en de opstallen van zijn ouders erfde, die daar boer waren geweest; het familiebedrijf gaat terug tot 1805. Door het boerenleven leert hij de grond kennen, de bodem, het lokale klimaat, de planten en de dieren, de heuvel waar hij is geboren – ‘my native hill’. Hij leert ervan en wordt deemoedig, bescheiden. De ervaring van het bewerken verandert hem volkomen. Achteraf verbaast hij zich over het feit dat zijn collega’s in New York het platteland van Kentucky als irrelevant afdeden, archaïsch want volkomen onbekend; het metropolitane leven was voor hen de ultieme ervaring, terwijl het platteland gelijk stond aan Circe en Mammon uit Homerus’ Odyssee. Berry weet nu beter.

Wat hij ook leerde is dat de huidige economie teveel gebaseerd is op overvloed en hij verbaast zich over hoe onnozel het eigenlijk is dat ieder mens het liefst overvloedig wil consumeren. Bij zo’n houding horen snelheid, ontevredenheid en diepe persoonlijke angsten. De snelweg in het landschap vindt hij van dit alles de weerspiegeling. Jachtig en overvloedig consumeren noemt hij natuurlijk noch beschaafd, en praktisch gesproken is het ook volkomen wreed en stompzinnig. Het nieuwe perspectief dat hij ontwikkelt is heel anders: “I think of the country as a kind of palimpsest scrawled over with the comings and goings of people, the erasure of time already in process even as the marks of passage are put down. There are the ritual marks of neighborhood – roads, paths between houses. There are the domestic paths from house to barns and outbuildings and gardens, farm roads threading the pasture gates.” Als boer leert hij zijn omgeving echt kennen, raakt ermee vertrouwd. “One has made a relationship with the landscape, and the form and the symbol and the enactment of the relationship is the path.” De paden die hij bewandelt duidt hij aan als denkwijzen, richtingen en verdraaiingen, ze zijn even persoonlijk als een paar oude schoenen. Heel anders dan hard rijden over zo’n snelweg die zich niets aantrekt van het landschap. “My feet are comfortable in them.”


Posted

in

,

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *