Een verduiveld mooie tocht

Vanaf het station van Bad Nieuweschans liepen we in de richting van Nieuw Beerta. Het pad voerde al snel naar beneden en maakte daar een scherpe bocht. Het bleek onverhard en bracht ons terug langs de hoger gelegen spoorbaan. De graanvelden aan de andere kant verkleurden al een beetje, het liep tegen de zomer. Mijn wandelgasten en ik bevonden ons midden in Frank Westerman’s Graanrepubliek en ja hoor, even later na het zoveelste graanveld bereikten we de Verlengde Hoofdweg en het duurde niet lang of we stonden oog in oog met wat er over was van de Stocksterhorn, de boerderij van Jan Jacob, Boelo en Tjark Tijdens. Clemens Gielingh en Chris Zwart bleken twee Groningse architectuurhistorici. Uiteraard hadden ze De Graanrepubliek uit 1999 gelezen. Destijds las iedereen over het platteland. Maar nu hadden ze vooral oog voor de monumentale boerderijen. Komt Jugendstil ooit terug?, wilde Clemens weten. Veel schuren bleken afgebroken. Verderop was een complete boerderij van de aardbodem verdwenen; een caravan en twee motoren bezetten het kale erf. Ze brachten de figuur van Mansholt ter sprake en hoe de linkse eurocommissaris voor Landbouw tot inkeer was gekomen en hoe daarna het grootschalige landbouwbeleid ongewijzigd was voortgehold en ten slotte ontspoord. Westerman was er destijds helemaal ingedoken; als een detective had hij het archief van de boer-politicus doorgespit. En nu zitten we met de gebakken peren. Hoe moet het verder met de Nederlandse landbouw?

We hielden stil om even water te drinken. In de schaduw van de hoge bomen bespraken we de Groningse politiek. Gaat de niet-partijgeboden Susan Top als nieuwe gedeputeerde straks het verschil maken? Alle drie waren we zeer benieuwd. We liepen verder. Via het kleine Drieborg – ook al bekend van De Graanrepubliek – bereikten we uiteindelijk de dijk langs de Westerwoldse Aa. Aan de overzijde van het water begon Duitsland. Vanaf hier lagen de boerderijen op grote afstand. Mijn wandelgenoten bleven kijken. De felrode baksteen deed de gebouwen scherp afsteken tegen het lichte graan en de groene velden. Ineens maande Clemens ons om te stoppen met praten. Alle drie hielden we stil. We luisterden, staand, boven op de dijk. Wat we hoorden was ongekend: geen auto’s, zelfs geen autoverkeer in de verte, geen machines, geen vliegtuigen, alleen wind, licht geruis van riet, en vogelgeluiden. Het was een vredig geluid, dat onverwacht lang aanhield. Zover ik kon kijken zag ik ook geen hoogspanningsmasten, geen woonwijken, geen bedrijventerreinen, niets dat de lieve vrede kon verstoren. In Nederland hoor en zie je dit vrijwel niet meer. Ontroerd liepen we verder, eerst zwijgend, later ons goede gesprek hervattend, voldaan, nee vervuld. Dit was een hele mooie wandeling. Op de vrijdagmiddag liepen wij een verduiveld mooie tocht.


Posted

in

,

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *