Emissiearm

Van Feanwalden naar Eastermar wandelen is best een eind, zeker nu de brug over de Prinses Margrietkanaal ter hoogte van Schuilenburg kapot blijkt en we gedwongen worden via Kootstertille te lopen. Dit deel van het Friese Woudenpad voert door een schitterend oud coulissenlandschap dat op zo’n warme zomerdag als deze net voldoende schaduw biedt om niet te bezwijken. Boerenland rondom, maar dan wel van de mooiste soort want langgerekte kavels, omzoomd door dichte houtwallen van zwarte elzen en prachtige sleedoorn. Weilanden maar geen raaigras, wel veehouderijen. In de tweede helft van de jaren 90 speelde hier het probleem van de zure regen. Die was het gevolg van hoge ammoniakuitstoot. Met zo’n bijzonder landschap dreigde de veehouderij in dit deel van Friesland op slot te gaan. Daarop stelden de boeren voor om in georganiseerd verband de ammoniakuitstoot op hun bedrijven vrijwillig terug te schroeven. Bovendien boden ze aan om als boeren natuur en landschap te onderhouden. Provincie en gemeenten gingen akkoord. Door vervolgens een mineralenboekhouding bij te houden bij zestig bedrijven bleek de stikstofemissie geleidelijk af te nemen met liefst 60 procent. Dat was het begin van een veelbelovend proces van verduurzaming van de bedrijfsvoering.

In Gesloten vanwege stikstof (2023) beschrijft de Wageningse hoogleraar Jan Douwe van der Ploeg hoe deze emissiearme bedrijfsvoering van zoveel Friese boeren door uitstekende samenwerking in dertig jaar tijd gestalte kreeg. Hij noemt het een continue zoektocht waarbij vermindering van het krachtvoergebruik een cruciale rol speelt. De opzet is eenvoudig. Als kern ziet hij boerenverenigingen voor natuur en milieu die een goed gedefinieerde overeenkomst met provincie en gemeenten sluiten en daarin actief worden gesteund door de minister van Landbouw (Jozias van Aartsen). Dat vindt hij een heel andere benadering dan de huidige ‘gekmakende stapeling van gebiedsoffertes’ die moeten worden ‘ingestoken in PPLG’s’ die op hun beurt onderdeel moeten worden van het NPLG. Van der Ploeg: “Bestuurlijke processen lijken hier welhaast ontworpen om zo veel mogelijk fricties op te leveren in plaats van problemen op te lossen.” De gebiedscooperatie Noardlike Fryske Walden telt 800 boeren en particulieren. Het agrarische gebied – circa 25.000 hectare groot – werd in 2004 als Nationaal Landschap aangewezen; sinds 2010 is de provincie Fryslan verantwoordelijk voor de inrichting en de kwaliteit. Vandaag wandelen we er. We slaan oude karrensporen in, treffen onverharde paden aan, genieten van dit onbekende Friese landschap. En ja, de omweg nemen we graag voor lief.


Posted

in

, ,

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *