Grevingaheerd forever

Zijn boerderij staat op het land van een voormalige borg bij Lutjerijp. De borg – Groningse variant van kasteel – heette Grevingaheerd. Rondom ligt nog het water dat ooit als slotgracht dienst deed. Eind 18e eeuw had het laatste familielid de borg verlaten. Daarna was het verval begonnen. Rond 1834 was de borg, net als zoveel Groningse borgen, afgebroken. De boerderij die ervoor in de plaats kwam was mijn gastheer bijna vijftig jaar geleden gaan gebruiken als timmerwerkplaats. Daar bewerkt hij het hout voor woonhuisrestauraties tot in de wijde omgeving. Hij, timmerman die ooit sociologie studeerde en die moeiteloos Goethe citeert, ontvangt me in het bakstenen huisje op het erf waar ooit de landbouwwerktuigen stonden. Binnen heeft hij voor zichzelf een kleine woonkamer getimmerd, met een klein keukentje verstopt achter houten klapdeuren. Aan de binnenzijde van alle vier ramen zitten houten luiken die hij na het dichtklappen met een stang eenvoudig kan vergrendelen. Een kleine kachel met keramische tegels verwarmt de knusse ruimte. Hij schenkt koffie die hij serveert met taart. De warmte voelt behaaglijk. Van grote ramen, zegt hij, moet hij niets hebben. Een duidelijk verschil tussen binnen en buiten heeft zijn voorkeur. Weet je wat mensen doen die grote ramen willen? Die planten vervolgens een hoge heg.

Steeds komt hij er weer op terug. Het is zijn timmermansoog. Er zijn vaste maten die op hele eenvoudige regels zijn terug te voeren. Mensen die elkaar niet goed kennen bewaren een veilige afstand van 1,20 meter. Immers de gemiddelde armlengte is 60 cm en twee armen maakt 120 cm. Een kamer meet 4,5 x 4,5 meter. Maak je een kamer groter, dan gaan mensen de extra ruimte met spullen vullen. Koelkasten en vaatwassers meten 60 cm, tafelbladen 60 tot 120 cm. Zie je, sociale veiligheid is alles. En alles valt terug te voeren op ons DNA. Hij raadt me aan Goethe te lezen. Ook Goethe redeneerde vanuit het menselijk lichaam. Waarna hij begint over zijn negentiende eeuwse stal die hij wil afbreken. Ervoor in de plaats gaat hij straks vijf appartementen bouwen. Twintigduizend Pruisische bakstenen heeft hij al gekocht. Hij laat me de tekeningen zien. Om te mogen beginnen moet eerst het bestemmingsplan worden gewijzigd. Dat is niet eenvoudig. Zelf is hij 73 jaar. Veel tijd heeft hij niet. Hij wijst. Op elk erf woont nu nog maar één oudere. Uit al die boerderijen is het leven getrokken. Nu begint hij te tellen. Verder dan vijf komt hij niet. Wat gaat er straks met al die boerderijen gebeuren? Ineens valt mijn blik op glinsterend staal in de verte. Aan de horizon ontwaar ik reusachtige windmolens, fabrieken, rookpluimen. Het is Eemshaven. ‘s Nachts, zegt hij, kleurt de lucht daar gevaarlijk rood. Menselijke maat? Goethe zou een hartverzakking krijgen.


Posted

in

,

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *