Het nieuwste boekje van Floor Milikowski heb ik met veel belangstelling gelezen. In ‘Wij zijn de stad’ bezoekt deze succesvolle journalist, bekend o.a. van artikelen in De Groene Amsterdammer, vier Amsterdamse buitenwijken, waar ze belangwekkende ontwikkelingen ‘van onderop’ beschrijft. Haar helden zijn Majda Boukhari Raouia, Fouad Lakbir, Mohamed Mahdi, Najah Aouaki, Ama Koranteng-Kumi en Wouter Pocornie. Deze jonge pioniers zetten daar alle iets positiefs in gang. De wijken noemt ze ‘kwetsbaar’, haar onbekende helden werken daar ‘vol passie en overgave’ aan de emancipatie van de bevolking in deze ‘lang verwaarloosde buitenwijken’. Milikowski pleit in navolging van Richard Sennett (Stadsleven, in het Engels ‘Building and Dwelling’ , 2018) voor minder aandacht voor stenen – de gebouwde omgeving – en veel meer voor maatschappelijke processen. Ze vindt dat bestuurders en beleidsmakers soms met de beste bedoelingen beslissingen nemen en interventies plegen, maar ze doen dat vanuit onbewuste aannames en vaak gewapend met abstracte cijfers, met veelal ongewenste gevolgen. “Het is tijd om vanachter de tekentafel vandaan te komen en te kijken en te luisteren naar wat zich werkelijk afspeelt in de stad.” Met dat laatste citeert ze vrijwel letterlijk de Amerikaanse stedenonderzoeker Jane Jacobs.
Wie de Jacob Geelbuurt, Venserpolder en Amstel III/Bijlmer-West een beetje kent, weet dat hier al jaren op grote schaal stadsvernieuwing wordt gepleegd. Gebrek aan aandacht is er dus zeker niet. Neem bijvoorbeeld de Jacob Geelbuurt in Slotervaart. Op de website van de gemeente lees ik: “De vernieuwing van de Jacob Geelbuurt in Slotervaart, stadsdeel Nieuw-West, is in volle gang. Schoolgebouwen zijn vernieuwd, de Alliantie renoveert woningen en bouwt ook nieuwe woningen. De gemeente investeert in de openbare ruimte. Samen met de bewoners werken we zo aan een mooie nieuwe buurt.” Van verwaarlozing is dus echt geen sprake. Wat gaat er dan, ondanks al die inspanningen, precies mis? Antwoord: er wordt te weinig naar de bewoners geluisterd, er wordt teveel over hun lot beslist. En de stedenbouwkundige bureaus die worden ingeschakeld kennen de wijken niet, de gehanteerde rekenmodellen waarderen de eenvoudige dingen niet, de uitgestippelde participatietrajecten functioneren niet. “De echte vragen worden niet gesteld.” Nog altijd is de ruimtelijke planning paternalistisch, eenkennig, autistisch in de zin van: lijdend aan ernstige beperkingen op het gebied van sociale interactie en communicatie? Zou het kleine boekje van Milikowski helpen daarin een keer ten goede te brengen? Zijn haar jonge helden in staat om gemeente en marktpartijen anders te laten denken? Hoe behandel je eigenlijk hardnekkig autisme?
Geef een reactie