Hounspolder

Vanavond spreek ik in Leeuwarden ter gelegenheid van de première van De hounspolder. De verborgen werkelijkheid, dichtbij, een film over een polder aan zuidkant van de Friese hoofdstad. De inspanningen van een groep bewoners om de weidevogels in de Hounspolder – grutto’s, tureluurs, kieviten, korhoenders – te redden vergelijk ik met die van de bewoners van Amsterdam, die zich over het lot van de gierzwaluwen ontfermden. Remco Daalder schreef er een mooi boek over. Hij won er de Jan Wolkersprijs 2014 mee. De vogels verloren hun nesten door renovaties. “We willen wat voor de gierzwaluwen doen,” zeiden een paar bewoners in 1982. Tien jaar later was de Gierzwaluwenwerkgroep Amsterdam een feit. Ze stapte op de woningcorporaties af en benaderde later ook de gemeente. De juiste mensen kennen, daar gaat het om. En: “Veel mensen in de bouwwereld vinden gierzwaluwen nog steeds ongedierte, van hen moet je het niet hebben.” De gemeente hielp. Er kwam subsidie van de stadsdelen. En er kwamen nestkasten. In twintig jaar tijd hingen vrijwilligers liefst 10.000 nestkasten op aan Amsterdamse gevels. Tijdens het broedseizoen mag je geen steigers plaatsen. De gierzwaluwen zijn daarmee voor de stad behouden. Iedereen put er vreugde uit.

Blij worden van vogels. Dat zou je de inwoners van Leeuwarden ook gunnen. Wat gaat er mis? Toen de gemeente in 1982 het plan lanceerde om de polders ten zuiden van Goutum vol te bouwen, bleef het agrarische gebied een ruilverkaveling bespaard, maar het duurde lang voordat de eerste paal de grond in ging. Het flexibele plan voorzag in een gefaseerde ontwikkeling van liefst negen buurtschappen. Een financiële crisis gooide al snel roet in het eten. Gemeente en provincie namen maatregelen om de weidevogels uit de weilanden te verplaatsen naar elders. Voorzichtige pogingen daartoe leken bemoedigend. Ondertussen gingen bewoners zich inspannen om de tussen de beoogde bouwlocaties gunstige condities voor de weidevogels te scheppen. Ze repareerden de windmolen, creëerden plas-dras-situaties, lokten de vogels. Het werd een groot succes, want het aantal weidevogels nam snel toe. Twee sporen dus, die elkaar min of meer uitsluiten – die van de bewoners en die van de gemeente. De vraag die nu voorligt is of de laatste alsnog een luwe zone van 300 meter rond de Hounspolder wil sparen. Niet heel moeilijk met een flexibel plan. De weilanden zijn echter geen nestkastjes en de grutto’s geen gierzwaluwen. En het gaat uiteindelijk om geld.


Posted

in

,

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *