Ideale wandeling

Een exemplaar van Warum ist Landschaft schön? (2021) kocht ik onlangs in Berlijn. Auteur is Lucius Burckhardt (1925-2003). In de jaren ’80 ontwikkelde de Zwitserse socioloog een nieuwe wetenschap die hij promenadologie noemde: de wetenschap van het wandelen. Begonnen in Dortmund (1959), daarna werkzaam in Ulm (1961-73), vervolgens in Zurich, vanaf 1973 in Kassel, na 1992 nog twee jaar in Weimar. Twee leerlingen stelden de bundel samen na zijn overlijden in 2003. Waarom begon Burkchardt in 1990 ineens te lopen en wat wilde hij ermee bereiken? Zijn doel, zegt hij, was in de eerste plaats esthetisch. Hij vroeg zich af wat de ideale wandeling is en hoe die eruit ziet. Een echte wandeling wordt doorgaans gemaakt door stedelingen die landschappelijke schoonheid willen genieten. Een boer doet zoiets niet. De schoonheidsbeleving wisselt bovendien door de jaren. Wat mensen vroeger mooi vonden, is dat nu niet meer. Wat blijft is een keten aan indrukken, want de wandeling voert niet naar een hoogtepunt en weer terug. De wetenschapper Buckhardt doet vervolgens experimenten. Daarin toont hij zich vooral kunstenaar. Zijn vraag is steeds: “Wo fängt die Landschaft an?”

Bij Burckhardts promenadologie gaat het om de sequentie van indrukken die een mens opdoet tijdens een wandeling. Wie aankomt met de trein ziet volgens hem vooral prentbriefkaarten. Dat was destijds iets nieuws. Want voor de echte wandelaar was de route even belangrijk als de bestemming. Maar met de komst van de trein stolde het beeld, bleef een enkel hoogtepunt over als reisdoel. Rijden we tegenwoordig in een auto met hoge snelheid een grootstedelijk gebied binnen, dan weten we volgens hem met ons esthetische begrip geen raad meer. Niets biedt ons nog een houvast. Daarom schrijft Burckhardt dat wij de eerste generatie zijn die een nieuwe promenadologische esthetiek moeten ontwikkelen. En dat valt niet mee. Stad en land zijn niet langer gescheiden, de stadsrand duurt eindeloos, natuur en landschap zijn twee verschillende werelden. Hij spreekt van een regelrechte crisis. Ik lees het hele boek uit, essay na essay, tot aan het eind, maar ook na 352 bladzijden heb ik nog geen idee. Er zit niets anders op dan te vertragen en weer te gaan wandelen.


Posted

in

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *