A quiet place in the country

Wie onlangs de documentaire over de in Friesland levende en werkende kunstenaar Claudy Jongstra heeft gezien (‘Verweven wereld’, 2015, Allard Detiger), kan het niet hebben gemist: het waanzinnige uitzicht over Central Park, New York, ergens in het midden van de documentaire. Jongstra is op werkbezoek bij twee Amerikaanse architecten, Tod Williams en Billy Tsien. Ze overleggen over wandtapijten voor de nieuwbouw van de Barnes Foundation in Philadelphia. Architect en kunstenaar zijn druk met elkaar in gesprek. Dan ineens draait de camera naar het grote raam. Daar ligt het park aan je voeten zoals je het nog nooit hebt gezien. Rakelings over de kruinen van de bomen scherend voert de camera je ogen langs de randen van het enorme park, waar in de verte de bijna klassieke bebouwing op afstand vaag bovenuit rijst. Je vergeet gewoon het gesprek. Central Park meet 700 meter bij vier kilometer. Dit moet ergens aan de korte zijde zijn, dus het zicht is liefst vier kilometer naar de overkant. Je waant je op de Veluwe. Een zee van groen en ruimte strekt zich voor je uit. Wat een waanzinnig en onbetaalbaar uitzicht! Zijn deze architecten dan zo rijk? Ik vroeg me af waar precies dit appartement zich bevindt. Ik zocht en vond uiteindelijk het adres. Het moet appartement nummer 1601 zijn van Carnegie Hall Tower.

De Tower boven Carnegie Hall werd in 1896 gebouwd door de architect Henry Hardenbergh. Andrew Carnegie wilde hier studio’s verhuren aan kunstenaars om wat geld bij te verdienen. De 170 appartementen hebben alle een hoog plafond en bij de meeste komt het licht uit het noorden – zeer geschikt dus voor schilders en beeldhouwers. Beroemdheden als Marlon Brando, Agnes de Mille, Leonard Bernstein woonden hier ooit. De appartementen werden als triplexwoningen opgeleverd, maar in de loop van de tijd is de een na de ander samengevoegd. Tien jaar geleden waren er nog 33 over. De huur voor een deel van de appartementen was wettelijk gelimiteerd, dus deze waren goed betaalbaar, maar voor 26 appartementen gold dit niet. In 2007 werd bekend dat de Carnegie Hall Corporation ze wilde ontruimen en ombouwen tot onderwijsfaciliteiten voor jonge muzikanten. De huurders vochten dit bij de rechter aan. Tod Williams en Billy Tsien, zo maakte ik op uit een artikel in New York Magazine, woonden op de 16e verdieping, dat is bovenin en helemaal in de hoek. Ook zij moesten verhuizen. In hun appartement, waar hun kinderen opgroeiden, zou een noodaggregaat worden geplaatst voor de onderwijsfaciliteiten. Het appartement in de documentaire kan dus niet nr. 1601 zijn geweest. Het blijkt een glazen penthouse on Central Park South te zijn, een ontwerp van Williams en Tsien dat ze gebruiken “as a retreat and for entertaining.” Tegenover The Wall Street Journal noemden ze het hun “glamour pad – like a quiet place in the country.”


Posted

in

, , ,

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *