Interessante Amsterdam-bijlage van het jubilerende NRC Handelsblad. Om vijftig jaar NRC te vieren wijdden twee redacteuren afgelopen zaterdag 26 september elk een artikel aan het Amsterdam van 1970, het jaar waarin de fusiekrant voor het eerst het licht zag. Zowel Bernard Hulsman als Kester Freriks schrijft over het beslissende ‘kanteljaar’ 1970. De term is afkomstig van Geert Mak, die 1970 bestempelde als het jaar waarin de inwoners van Amsterdam zich begonnen af te vragen van wie de stad nu eigenlijk was. Volgens Hulsman was Amsterdam destijds ‘een zieke stad’, Freriks spreekt liever van een ‘roemruchte periode vol protest en verandering’. Hij laat ex-kabouter Roel van Duijn aan het woord, die spreekt van ‘een expressieve, vrolijke stad’ waar bewoners tegels lichtten om buurt-, gevel- en schooltuinen aan te leggen. In beide verhalen spelen het Waterlooplein en het aangrenzende Mr. Visserplein een grote rol. In 1970 is daar de oude Jodenbuurt gesloopt, de IJtunnel geopend, de metro naar de Bijlmer wordt aangelegd. Terwijl Amsterdammers vrolijk tegels lichten en geveltuintjes aanleggen gaapt er een onwaarschijnlijk groot gat aan de oostkant van de binnenstad. Daar kantelt de stad.
In 1954 hadden B&W besloten om op het eiland van Vlooienburg een nieuw stadhuis te bouwen. Daarna begon het slopen. In 1970 is eindelijk alles er met de grond gelijk gemaakt. In de leegte rijst aan de Jodenbreestraat het Maupoleum van Piet Zandstra op, dat zijn voltooiing nadert. Even eerder, in 1968, was een internationale prijsvraag uitgeschreven voor het nieuwe stadhuis. Had Hulsman de memoires van Max van den Berg gelezen (‘Jongens, maak het maar mooi’, 2016), dan had hij geweten dat Amstel 1 op dat moment nog overeind staat, want daar vergadert de jury. Achthonderd inzendingen hangen langs de muur. Op 22 november 1968 wijst de jury de Oostenrijkse architect Holzbauer aan als winnaar. Hierop brandt een hevige discussie los onder Amsterdamse architecten. Het gemeentebestuur zwicht niet en Holzbauer koopt een huis aan de Staalkade. In 1970 sneuvelt zijn plan alsnog. Niet omdat het een kanteljaar betreft, maar omdat Amsterdam artikel 12-gemeente is en premier Van Agt, pardon De Jong, niet bereid blijkt mee te betalen. Het antwoord op de vraag van wie Amsterdam destijds was, luidde dus: de Nederlandse regering. Het gat blijft nog jaren de Amsterdammers aangapen. Pas in 1977 kan Amsterdam weer over zijn eigen begroting beslissen. Dan stelt Holzbauer voor om het stadhuis met de opera te combineren. Dat is dus het echte kanteljaar. Pas daarna wordt het beter.
Geef een reactie