Landbouw op z’n Japans

Nu het seizoen van de Nederlandse boerenprotesten weer is losgebarsten, lijkt het me goed de aandacht te richten op Japan. Of beter, ik ga terug naar Japan, waar ik de afgelopen maand in het gezin van mijn broer gekookt heb en dus ook de boodschappen voor het eten deed. Wees gerust, dikwijls gingen we uit eten en ik maakte een voettocht door het Japanse platteland. Maar of ik nou kookte of mezelf trakteerde, steeds weer was ik verbaasd over de kwaliteit van de ingrediënten. Alles is daar vers, heeft smaak en komt vaak uit eigen land, ook al moet Japan veel en steeds meer importeren. Zo’n gesloten voedselketen zou je ook de Nederlanders toewensen. Natuurlijk, de basis van de Japanse keuken is en blijft rijst. Bijna 40 procent van alle landbouwgrond betreft rijstteelt en dan hebben we het over de vlaktes aan de voet van de bergen. Want Japan is bergachtig; slechts 12 procent van het grondoppervlak leent zich voor landbouw, en zoals bekend leeft de overgrote meerderheid van de 125 miljoen Japanners in grote steden. Buiten rijstteelt worden aardappelen verbouwd, suikerbieten, mandarijnen, sinasappels, kool, graan, gerst, sojabonen, thee. Japan exporteert vrijwel niets, importeert des te meer voedsel. Vooral de consumptie van tofu groeide na de oorlog, maar de verbouw van soja nam juist af. De Verenigde Staten zijn in dit gat gesprongen.

De levering aan klanten gebeurt trouwens in een oogwenk, want Japanners zijn veeleisend als het gaat om de versheid van hun voedsel. Een centrale coöperatie – JA – zorgt hiervoor. Die zorgt er ook voor dat de boeren voldoende betaald krijgen. Circa 20 procent van de prijs die consumenten in de winkel voor voedsel betalen gaat naar de boeren. Voedsel is daardoor relatief duur. Het op leeftijd raken van de boeren is in Japan trouwens een probleem. Jonge mensen trekken naar de steden. Maar daar staat tegenover dat bijna alle boeren in deeltijd werken. Het gemiddelde bedrijf is dan ook maar 1,2 hectare groot. Stadslandbouw is in Japan omvangrijk: circa een derde van alle agrarische bedrijven betreft landbouw op kleine percelen in of aan de randen van de steden. Voor de vergroening en afkoeling in warme zomers is dit buitengewoon belangrijk. Zelfs miljoenenstad Tokio kent een intensieve agrarische productie in tuinen en op kavels die liefst 700.000 inwoners voedt. En de overgrote meerderheid van de bevolking wil graag meer stadslandbouw. Stikstofproblemen in de Japanse landbouw zijn er vrijwel niet. Voedselverspilling en een westers dieet zijn hier de grote boosdoeners: vleesconsumptie, steeds meer melk, kaas, vet. De inspanningen van de regering zijn er daarom op gericht de traditionele Japanse keuken onder jongeren te promoten. Dat laatste lijkt me alleen maar goed. Het verschil met Nederland kan niet groter. Soms helpt dat in het denken.


Posted

in

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *