Van Assen naar Roden ging ik met de bus. Aan de zuidkant van het Drentse dorp stapte ik uit. Bij het hertenkamp moest ik het bos doorsteken dat hier landgoed wordt genoemd. In haar huisje aan de weg klonk luide muziek. Ze was druk in de weer, haar werkdag was duidelijk begonnen. Ze ontving me allerhartelijkst. Gingen we direct wandelen of wilde ik eerst thee? Langs een van de muren hingen afbeeldingen van alle vogels die ze in haar weilanden en in de tuin spotte. Ondertussen nam ze de telefoon op. Ik keek in een plandocument getiteld ‘Luister naar Mensinge!’ Toen stonden we op. Via de tuin belandden we op een met oude eiken omzoomd karrenspoor dat ons naar haar landje voerde. Bij het hek aangekomen staarde een pony ons aan; verderop stonden een paar donkere schapen te kleumen. In de verte zag ik het Lieversche Diep, een van de beken die het stroomdal van het Peizerdiep vormen. Het water stond hoog. De weilanden, zei ze, zijn van haar, zo’n tweeënhalve hectare, ze horen bij het huis. Haar buurman is Staatsbosbeheer. Wilde ik de boswachter ontmoeten? We liepen over de hellende velden en bereikten het snel stromende water. IJs viel van de bomen; het leek wel een klokkenspel. Betoverd stond ik naar het water-en-ijsspel te luisteren. Glunderend staarde ze me aan. Nou? Wat vind je ervan?
Rosalie Bauman heeft inderdaad goud in handen. Op haar weilanden wil ze de grootst mogelijke biodiversiteit realiseren. Haar bedoeling is scholieren in de toekomst naar haar kleine reservaat te voeren. Om ze in aanraking te brengen met de natuur. Het hele dorp is enthousiast. Biodiversiteit en sociale cohesie zijn alles, zegt ze. Alle 17 SDG’s (duurzaamheidsdoelen) komen erin samen. Heb je biodiversiteit op orde, dan komt het met de wereld weer goed. Onze rondgang bleef niet beperkt tot het stroomdal met de aangrenzende weilanden; we betraden ook het Sterrenbos, naderden een stuw met een vistrap die door waterschap Noorderzijlvest met Europees geld was aangelegd, draaiden ons om en staken de weg naar het dorp over. Dit keer wachtte ons het Mensingebos – bos aangelegd op een eeuwenoud landgoed. Op twee vierkante kilometer zie je hier alle landschapstypen van Drenthe. Twee pingo-ruïnes – een grote en een kleine – ontwaarde ik even verderop, ze waren deels bedekt met ijs. Loslopende honden hadden in de oevers gegraven; het gewoel en gewroet ergerde Bauman. Een vierhonderd jaar oude eik was onze eindbestemming; hij markeerde de rand van het bos. Daarna bracht ze me terug naar de bus. Een mooie dag die was begonnen met het lezen van een toekomstvisie die bureau Schokland in opdracht van Staatsbosbeheer voor het natuurgebied in 2012 had gemaakt, liep ten einde. Samen hadden we bijna twintig kilometer afgelegd. Ik nam afscheid. Achter me trad de schemer al in. Ik gloeide, keek nog eenmaal achterom. Wat een schitterend gebied. Ja, zoiets moois bestaat nog.
Geef een reactie