Gelezen in NRC Handelsblad van 28 april 2009:
Voor degenen die mijn vorige blogitem over ‘virusangst’ niet volledig doorgrondden, hierbij een bericht uit een andere krant die dezelfde dag verscheen, NRC Handelsblad, de wetenschapspagina: "Leve de groep. Leve de grote stad. Hongaars onderzoek heeft aangetoond dat grote groepen huismussen sneller problemen oplossen dan kleine groepen. En dat stadsmussen sneller zijn dan mussen van het platteland." Wat behelste het onderzoek? "Mannetjes en vrouwtjes huismussen (Passer domesticus) van stad en land kregen zaad gevoerd uit grote platte bakken van plexiglas. Zestien ronde openingen gaven toegang tot tarwe en zonnepitten. Het probleem dat kleine groepen (steeds twee mussen) kregen voorgelegd, bestond eruit dat die zestien openingen opeens met lichte schuifjes waren afgesloten. Onderzoekers hielden bij hoeveel openingen de mussen binnen 90 minuten openkregen en hoe snel ze dat deden. Een deel van de mussen verwoestte de schuifjes, een ander deel wist ze handig open te schuiven. De grote groepen uit de grote stad deden het onevenredig veel sneller dan kleine groepen van het platteland waarvan er enkele helemaal niets openkregen. Verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes waren er niet."
En dan nu de cruciale vraag: wat maakt een mus handig? "Nadat allerlei mogelijkheden waren onderzocht, bleek de oplossing: in grote groepen mussen zit altijd wel een mus die iets slims bedenkt. Zeker als ie uit de stad komt."
Geef een reactie