Pieter Verhagen (1882-1950) was een vermaard stedenbouwkundige. Net als zijn vader was hij bovendien een verwoed wandelaar. Al in zijn Delftse studietijd wandelde hij veel en overbrugde hij te voet enorme afstanden. Zijn held was Henry David Thoreau – ook al zo’n natuurliefhebber en wandelaar. In de editie die ik van zijn Het geluk van den tuin (1947) bezit – een boek dat hij in de hongerwinter van 1944 schreef over zijn andere grote liefde: het tuinieren – heet het in het voorwoord dat hij juist daardoor heel nauwkeurig observeerde en dat hij alle Nederlandse landschappen al snel op zijn duimpje kende. “Als grondige kenner tot in iedere uithoek van ons land en als opvallend scherp waarnemer kende hij alle Hollandse landschapstypen.” Zijn opvatting van stedenbouw en ruimtelijke ordening was door al dat wandelen principieel landschappelijk. Dus toen hij na de Tweede Wereldoorlog regeringscommissaris voor de Wederopbouw werd, heeft Nederland van zijn voettochten immens geprofiteerd.
Ik las het na in het gedegen proefschrift dat Marinke Steenhuis over Verhagen heeft geschreven. In Stedenbouw in het landschap (2007) staat een prachtige foto afgedrukt van een jonge Pieter in pyjama, staande in ondiep water, gewapend met een tandenborstel en een mok water, licht achterovergebogen, de foto is kennelijk in de vroege morgen genomen. Geen idee in welke plas hij daar staat. Over zijn vele wandelingen zou hij in die vroege tijd veel hebben geschreven, in zijn studietijd zelfs bijna elke dag. Hij noemde het ‘natuursport’. Die sport zou hij als buitenmens zijn hele leven blijven beoefenen. Ik las verder, nieuwsgierig geworden naar deze vroege voorganger, naar waar al dat wandelen bij hem toe leidde. In zijn latere werk als stedenbouwkundige, schrijft Steenhuis, hebben onderzoeksgegevens nooit gedomineerd. Compositie en landschap stonden voorop. En hij was niet de enige die zo werkte. Er was een hele school van Europese stedenbouwkundigen die primair vanuit het landschap ontwierpen. Zouden ze allemaal zo intens hebben gewandeld? En is die praktijk nadien helemaal verloren gegaan?
Geef een reactie