Of ik het ook hoorde. Nee, ik hoorde niks. We stonden ongeveer midden in de Grootegastermolenpolder, even boven Grootegast. Zeeën van ruimte. We liepen in de richting van Lutjegast. De stad Groningen lag dertig kilometer naar het oosten. Af en toe hielden we even stil. Nico Boele vertelde dat hij hier boswachter was geweest. Niet dat er hier veel bos te vinden is. Toen Staatsbosbeheer dit veenweidegebied kocht wilde men het nog bebossen, maar daarvan is afgezien. Daardoor liepen we nu over oud akkerland, vol petgaten, dobben en zelfs pingoruïnes. Overal schermen van zwarte elzen en wilgen. Het land, ooit van keuterboertjes, ligt laag en is nat. Het fungeerde vooral als hooiland. Staatsbosbeheer kocht de gronden om de Ecologische Hoofdstructuur tussen Friesland en de noordkop van Drenthe gestalte te geven. Daarnaast is ook sprake van particuliere natuurontwikkeling. Reden: dit laagland tussen zand- en keileemruggen was ooit een rijk weidevogelgebied. Maar ja, dat was ooit. Nu niet meer. We hoorden inderdaad niets. Geen vogels. Gek. Nico: dit is het begin van het trekvogelseizoen, maar ze zijn er niet meer. Met een knikje verklaarde hij zich nader: als een trekvogel zijn vaste stek verliest, komt hij na twee jaar niet meer terug. Nooit meer.
Volgens Nico hadden de beleidsmakers nooit zo’n strikte scheiding moeten maken tussen landbouw en natuur, ruimtelijk niet en ook beleidsmatig niet. Alle natuur in dit land is immers boerennatuur. Toen de boeren hun eigen weg gingen verdween de natuur. Wat heb je aan zo’n mooi natuurnetwerk als de boeren niet meewerken, zuchtte Nico. Ik vroeg hem wanneer het precies is misgegaan. Volgens Nico was het 1 april 2015. Toen verdween de superheffing en gingen de boeren los. We zijn nu tien jaar verder en er is geen vogel meer te bekennen. Landschappelijk ziet het er misschien nog wel aardig uit, maar het leeft niet meer. En kijk eens naar de verdroging. Hier in het laagste deel zou overal water moeten staan. Maar kwelwater komt niet meer aan de oppervlakte. Zuur regenwater is wat er overblijft. Grondwaterwinning, schaalvergroting bij de waterschappen, het werkt allemaal tegen. Volgens Nico is het verlies onomkeerbaar. Eenmaal thuis las ik Het landschap van het Zuidelijk Westerkwartier (2017), een advies voor het Natuur Netwerk Nederland. Een prachtige landschapsanalyse van de gebiedscommissie. Maar over vogels lees ik niets. Groningers zeggen ‘nosk’. Dat betekent: doodstil in de natuur. Nosk was wat ik die gedenkwaardige middag hoorde.
Geef een reactie