Mijn worp met muntjes betekende volgens mijn I Tsjing ‘De omwenteling’, het was een combinatie van meer en vuur. De bijgeleverde tekst was al even verhelderend: zo werkt dus een revolutie, een echte transitie – de omwenteling die me te wachten staat. Over een omwenteling las ik ook in ‘Het landschap, de mensen’ (2021) van Auke van der Woud. Hier betreft het de invloed van de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten op ons denken over natuur. Opgericht in 1905 wist deze jonge club de Nederlandse bevolking in een mum van tijd te winnen voor het idee om de Nederlandse flora en fauna te beschermen. Van der Woud: “Eeuwenlang hadden de woeste gronden weinig vrienden gehad, en werden ze om hun troosteloze armoede, eentonigheid en grauwheid liever gemeden. Rond 1900 werd daarentegen opeens onthuld dat ze rijk, gevarieerd en zeer mooi waren: natuur om lief te hebben.” Ook de regering maakte een rigoureuze ommezwaai. Vormde natuurbescherming tijdens de Eerste Wereldoorlog nog “het kleinste probleem” op de nationale politieke agenda, na die oorlog wilde ze er direct mee aan de slag. Zie de boswet van 1921, de Natuurschoonwet van 1928, de oprichting van Staatsbosbeheer. Hoe was deze omwenteling eigenlijk mogelijk?
Van der Woud merkt op dat er niet één reden voor de ingrijpende verandering kan worden aangewezen. Wel valt hem op dat de vereniging de kernboodschap wel heel gemakkelijk aan het publiek wist over te brengen. Dat was een grootstedelijk publiek en dat snakte naar natuur. De vereniging ontwikkelde een netwerk van leiders, beslissers en sponsor rond haar ene doel. Geld leek geen rol te spelen. En juist de morele kant van de zaak werd scherp uitgelicht. Natuur was geen rekensom, geen schadepost of een sta-in-de-weg voor economische groei. Het was daardoor ineens moreel hoogstaand om natuur lief te hebben. Verderop wijst Van der Woud op de Verkade-albums die tussen 1903 en 1940 verschenen. Als reclame noemt hij dat concept geniaal. Ten slotte vermeldt hij nog dat Natuurmonumenten geen belangenvereniging was, want ze wilde met liefde voor de natuur het algemeen belang dienen. Dat sprak de mensen aan. Nauwelijks besteedt hij aandacht aan de plaatjes in de albums, wat ik jammer vind. Ik denk dat de promotie van het landschap door de mooie plaatjes uit de verschillende albums veel moet hebben betekend, ook omdat uitgerekend het wandelen in de afgebeelde landschappen gelijktijdig werd gepromoot. En inderdaad, Staatsbosbeheer ging later Natuurmonumenten imiteren. We kregen met paaltjes bewegwijzerde voetpaden, leuk voor niet te lange wandelingen.
´
Geef een reactie