Voor de verandering wandelen we in het Groene Hart. Om precies te zijn lopen we van Alphen aan den Rijn naar Leiden, een afstand van circa twintig kilometer. Eerst een gepimpt stationsplein, dan nieuwbouwwijken: Ridderbuurt, Molenaarsbuurt, op het eind nog een AZC, de zaak opgehoogd, de omgeving op een diepte van twee meter onder NAP. Verwijzingen naar de Romeinen. Maar alles oogt hier nieuw. Er is maar één optie: het jaagpad langs de Oude Rijn. Helaas heeft men er een fietspad van gemaakt. Dat is niet prettig wandelen. Maar als we bij Gnephoek de nieuwe Koningin Maximabrug met zijn vreemde lus in de weilanden zijn gepasseerd wordt het beter. Daar slaan we een fraai zijweggetje in dat ons langs de Lagewaardse Wetering naar Koudekerk aan den Rijn voert. Als ze dan met alle geweld de Gnephoekpolder willen volbouwen, laat ze dan tenminste van dit weggetje met boomgaarden en boerderijen afblijven. Al snel komen we in Hazerswoude-Rijndijk, waar het landschap zich opent. Het doet weldadig aan. De boel volbouwen zullen ze hier niet snel doen. Verderop ligt immers de dure tunnelbuis van de Hogesnelheidslijn, bedoeld om de illusie van Groene Hart in stand te houden. Een nieuwe hoogspanningsleiding voert brutaal over het water. Die trekt zich nergens wat van aan. Aan de overkant een verlaten steenfabriek, dan een langgerekte PDV-GDV-locatie.
Zo arriveren we in Zoeterwoude-Rijndijk, waar we ineens een brede bak beton met sedumdak en luchtgaten moeten oversteken. Beneden het verkeer dat voortraast over de A4. Een aquaduct naast ons helpt de Oude Rijn over het brede asfalt in de diepte. Nu wandelen we het rustige Leiderdorp binnen. De gebouwde omgeving wordt afwisselender, fraaier, gemoedelijker, het water oogt speelser. We volgen het Utrechtse jaagpad, daarna de Hoge Rijndijk, tot we de Zoeterwoudse Singel oversteken en tenslotte de binnenstad van Leiden binnenlopen. Inmiddels is de zon doorgebroken. Nog even en ik ga zingen. We voelen ons reizigers uit een ver verleden en dat voelt heel prettig. De trage wijze waarop we de stad Leiden binnenlopen is ook oud, de route die we volgen historisch. Alles lijkt weer te kloppen. Maar waar we die ochtend begonnen te lopen klopt veel niet. Leiden heeft zich bewezen, de rest zal dat nog moeten doen. Te diep, te modern, te weerbarstig. Ik lees het advies van Wim Kuijken over bouwen in de Gnephoekpolder. Ach arme, Leiden halen ze nooit meer in. En de Oude Rijn? Die ziet alles. Leve het Groene Hart!
Geef een reactie