Alles is verdubbeld

Sinds kort is IDFA gevestigd in het Vondelparkpaviljoen, Amsterdam. Ik ging er naartoe voor De platte jungle (1978) van Johan van der Keuken. De documentaire, die over de Waddenzee gaat en die was gemaakt in opdracht van de Vereniging tot Behoud van de Waddenzee, werd er eenmalig vertoond. IDFA achtte de docu actueel, mede vanwege de onlangs gehouden verkiezingen. Voor mij kwam de gang naar het Vondelpark in de eerste plaats neer op een reis terug in de tijd. Ook in 1978 verkeerde Nederland in een crisis. Ik studeerde in Groningen, keek al een beetje uit naar een baan. Wat speelde er in mijn eigen regio? Die vraag houdt me ook nu, ruim veertig jaar later, weer bezig nu ik de Abe Bonnemaleerstoel in datzelfde Groningen bezet. Die leerstoel gaat over de revitalisering van stad en land, in het bijzonder Noord-Nederland. Zo liep ik het afgelopen jaar onder andere het kustpad langs de Waddenzee en bezocht ik ook de Eemshaven en de haven van Delfzijl. Het deed bij mij de vraag rijzen wat er de afgelopen vijfenveertig jaar is gebeurd. Van der Keukens film is inderdaad actueel. Hij gaat over stikstof, kunstmest, schaalvergroting in de landbouw, verlies van biodiversiteit, vervuilende chemische industrie, economische groei, meer afval, militaire oefenterreinen, kernenergie. Het beeld is ronduit somber: mensen op Wieringen, in Friesland en Groningen willen groei, passen zich aan, accepteren verlies, ervaren vervreemding maar gaan gewoon door met méér vissen, méér melk produceren, méér plastics maken, méér afval lozen, méér fossiele energie verbruiken. Ze lijken allemaal bereid hun Waddenzee op te geven.

Na 1978 werd de Waddenzee op de werelderfgoedlijst geplaats, ook werd het water Natura 2000-gebied. Sterker, het jaar waarin de documentaire werd gemaakt was precies het startsein voor samenwerking tussen Nederland, Duitsland en Denemarken om de unieke zee langs hun kusten beter te beschermen. Is het gelukt? Dat vroeg ook mijn vriend aan me die me op de film had getrakteerd. Van der Keuken schetst geen optimistisch toekomstbeeld, de mensen rond de zee wilden brood op de plank, ze dachten dat groei onvermijdelijk is of ze wilden gewoon vooruitgang. En zo kwam in 1976 het eerste bedrijf naar de Eemshaven, in 1973 werd de haven van Delfzijl uitgebreid, eind jaren negentig werd Eemshaven belangrijk voor de energievoorziening. De schaalvergroting in de landbouw zette door, veel sneller dan men destijds vermoedde. (Geen wonder dat die is uitgemond in een regelrechte stikstofcrisis.) Negentig procent van de vis, werd onlangs bekend, is de afgelopen vijfenveertig jaar door overbevissing en vervuiling verdwenen. Visserij in de Waddenzee beperkt zich nu tot mosselen, kokkels en garnalen. Kernenergie kwam er niet, maar wel een aantal grote elektriciteitscentrales in de Eemshaven, gevolgd door de eerste windparken op zee. En mijn Groningse universiteit verdubbelde in omvang in diezelfde periode. Zeg me niet dat het Noorden niet is veranderd. Alles is er in omvang verdubbeld, behalve de natuur.


Posted

in

, ,

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *