Terwijl ik vanuit Roodeschool de Eemshaven binnenwandelde, zag ik een tweet van een medewerker van het ministerie van BZK die mij vanwege de tekst van mijn Delftse oratie (‘Mooi land, een Odyssee’) als ‘plattelandsromanticus’ neerzette. Aan mijn linkerhand draaiden de wieken van David, met 200 meter tot voor kort de hoogste windmolen van Nederland. Voor mij lagen grote bedrijven uit de offshore- en energie-industrie, rechts spuwden pijpen van twee kolencentrales gele rook tegen een grijze lucht, in de verte blonk de hyperscale van Google. Een harde wind joeg regen in mijn gezicht. Ik schuilde bij een windmolen. Na de bui vervolgde ik mijn weg langs hoog hekwerk waarboven het bruine staal van opgeslagen windmolens me dreigend aanstaarde. Ik riep iets, een holle echo weerklonk. Een dwerg was ik. In één zo’n buis past gemakkelijk de romp van een Boeing 747. Mijn wandelgast was een collega uit Shanghai. Dit is Chinees, prevelde hij, deze haven is volkomen losgezongen van zijn omgeving. Toen we bij de havenmonding kwamen zagen we aan de overkant Borkum liggen. We bevonden ons dicht bij de Duitse grens. Die Eemshaven is hier om de Duitse concurrent af te troeven, zei ik. Hij is naar buiten gericht, heeft weinig met Groningen te maken. Zelfs het Chinese restaurant in Roodeschool (‘Golden Garden’) is al jaren dicht. Een groot bord bij de dijk vermeldde dat de Waddenzee werelderfgoed is.
Een dag later verscheen de Contourennotitie Ruimte van datzelfde ministerie van BZK. Die notitie gaat over de leefomgeving in brede zin en belooft in felrealistische taal onder andere ‘een beweging naar een klimaatneutrale en circulaire samenleving’. “Nationaal kiezen we voor de ontwikkeling en versterking van een selectief aantal clusters en corridors voor energie, logistiek, circulaire economie en niet-grondgebonden landbouw.” Bedoeld worden de vijf industrieclusters van het ministerie van EZK die hun CO2-uitstoot drastisch moeten verlagen. Die hebben extra ruimte nodig, aldus de notitie, alles natuurlijk selectief. Die van Noord-Nederland met Eemshaven aan kop kampt trouwens met forse tegenslag. De emissies zijn daar slechts met 26% gedaald (Voortgang Regioplannen 2017-2019). Tegelijk zijn de productievolumes enorm gegroeid. De industrietafel Noord-Nederland pleit voor “het voorkomen van een Nederlandse postzegelfocus,” dat wil zeggen men vraagt doodleuk aan het ministerie ruimte voor uitbreidingen en nieuwbouw van fabrieken, ook al betekent dat een absolute verhoging van de CO2-emissies. Seaport Groningen heeft al 600 hectare grond extra gekocht. Zet mij maar weg als plattelandsromanticus. Die klimaatneutrale samenleving gaan wij nooit krijgen. Ik wens mijn collega op het ministerie veel realiteitszin toe.
Geef een reactie